De Nederlandse agenda is onder aan de pagina te vinden.

KadS [Kunst aan de Schinkel] 2021
The works in the Vondelpark will be presented until 01/10/ 2021
Birds' Palace - Studio Ossidiana
Moses - Atelier van Lieshout
De Vondelkabouter - Maarten Bel

Entre nous – Because we are
An art manifestation in the Vondelpark & Schinkel neighbourhood

AFTER SIX WEEKS OF KADS, WE ARE LAUNCHING THE BIRDS' PALACE OF STUDIO OSSIDIANA
Vondelpark (pond nearby Amstelveenseweg)
Location Ossidiana Birds' Palace

-------------------------------------------

G.O.A.T. - the small commune of Arnon Grunberg is expected from 26 till 28 September.
Want to participate in this project?
More information

-------------------------------------------

PROGRAM 5 SEPTEMBER
14:00 | Opening of the installation The Birds’ Palace of Studio Ossidiana - Vondelpark (pond near Amstelveenseweg)
15.00 | Eroticism with Vondel – guided tour with Vondel expert Carel Alphenaer - Vondelpark (start by Vondel statue)
16.00 | Night Ink poetry by Maria Barnas - Vondelpark (entrance van Baerlestraat)
17:00 | Interventions by Vondel gnome Maarten Bel -Vondelpark (by installation De Vondelkabouter)
18:00 | Visit the installation Phosphenes by Zoro Feigl - Zeilbrug basement
14:00 - 18:00 | Intervention by Radio Noord/Zuid - Schinkel neighbourhood & Vondelpark
Visit the installations of Circus Andersom, Manon van Hoeckel en Tibor Dieters - Sloterkade 171

----------------------------------------

PERIPHERAL PROGRAMMING
4 - 5 sept | Vondel gnome Maarten Bel
5 Sept. | Poetry with Maria Barnas

Visit the Zeilbrug basement – work Zoro Feigl by appointment
Every Thu. – Fri. 16:00 - 18:00
Every Sat. – Sun. 18:00 – 18:30

KADS INFORMATION CENTRE
Sloterkade 171 Amsterdam | Tel.: +31 20 61 513 95
Thu. – Sun. 11:00 - 18:00

Guided tours on request

-------------------------------------------

KadS [Kunst aan de Schinkel] 2021
25/07 until 05/09 2021
De werken in het Vondelpark worden getoond tot 01/10 2021
Birds' Palace - Studio Ossidiana
Mozes - Atelier van Lieshout
De Vondelkabouter - Maarten Bel

Entre Nous – Omdat wij zijn
Een kunstmanifestatie in het Vondelpark & Schinkelbuurt
-------------------------------------------
G.O.A.T. - de kleine commune van Arnon Grunberg 26 t/m 28 september.
Wil je aan dit project deelnemen?
More information

KADS - ENTRE NOUS – DE MAGIE VAN DE ONTMOETING' UITGESTELD

Amsterdamsdagblad.nl / Studio Dreams Come True

Dinsdag 28 april 2020, 10:15 uur

AMSTERDAM - KadS - Entre Nous – De magie van de ontmoeting een kunstmanifestatie in het Vondelpark en Schinkelgebied in Amsterdam Zuidgepresenteerd door Soledad Senlle Art Foundation is nu uitgesteld naar 16 mei - 27 juni 2021 vanwege de COVID-19 pandemie.

Hun zorgvuldig ontwikkelde kunstmanifestatie met het thema Entre Nous- De magie van de ontmoeting kan in de context van de 'anderhalvemetersamenleving' niet urgenter. De komende maanden zal men daar met elkaar in beraad gaan hoe men de nieuwe betekenis hiervan kan implementeren.Deelnemende kunstenaars in 2021 Maria Barnas, Maarten Bel, Circus Engelbregt, Studio Zoro Feigl, Arnon Grunberg, Eduardo Guerrero, Manon van Hoeckel, Atelier van Lieshout, Radio Noord/Zuid, Studio Ossidian en gesteund door Marisol Ferradás (founder, artistiek directeur), Eva Gonggrijp en Merel Noorlander (curatoren) En Claartje Kortbeek (productie/projectcoördinator)Zij danken vanuit Soledad Senlle Art Foundation hun sponsoren en subsidieverstrekkers voor hun flexibiliteit, support en vertrouwen.

Wat is KadS-Entre Nous - De magie van de ontmoeting hier de uitleg:
KadS is een tweejaarlijkse kunstmanifestatie in het stedelijke gebied rond de Schinkel en het nabije Vondelpark. KadS onderscheidt zich door de avontuurlijke wijze waarop het verschillende artistieke disciplines en sociale instanties aan elkaar durft te knopen. Vanuit sociaal- maatschappelijke betrokkenheid en door hun eigen waarneming en onderzoek richten de kunstenaars hun pijlen op verbindingen in de stad, waar dromen, obsessies en eigenaardigheden samenkomen.In deze 5e editie wordt op speelse wijze belicht welke plaats ontmoeting en verwondering inneemt in onze gedigitaliseerde samenleving.

KadS schept met Entre Nous – De magie van de ontmoeting, ruimte voor een treffen tussen mens, sociaal domein en natuur, met kunst als verbindende factor. Niet alleen parkbezoekers en kunstliefhebbers, maar ook de willekeurige passant, worden hierbij getrakteerd op een reeks aan installaties, performances en interventies. Het thema 'de ontmoeting' krijgt onvoorzien een totaal nieuw en onvermoed perspectief. We dienen plotseling de ander te ontwijken. De straat is veranderd in een filmset, waarin we beurtelings op afstand figureren. Het straatbeeld toont leger, stiller en schoner. Het lijkt daardoor, of andere details in de architectuur op voorgrond treden. We horen andere geluiden, niet alleen de vogelzang, maar ook de gillende sirenes van ambulances, vanuit verschillende richtingen. Het is lente, de natuur toont zich in al haar kracht en schoonheid. Alsof de tijd heeft stilgestaan*, In de ziekenhuizen is het echter een race tegen de klok om levens te redden.

*thema van KadS 2018

Studio Dreams Come True

KADS UITGESTELT NAAR VOLGEND JAAR. CORONA GOOIT ROET IN HET ETEN

Kunstkrant

4/28/2020

KadS (Kunst aan de Schinkel) is een tweejaarlijkse kunstmanifestatie in het Vondelpark en Schinkelgebied in Amsterdam-Zuid en wordt gepresenteerd door Soledad Senlle Art Foundation. Het evenement dat dit jaar vanaf 10 mei plaats zou gaan vinden wordt vanwege alle maatregelen rondom het coronavirus uitgesteld naar volgend jaar. Ook de nieuwe datum van het evenement is al bekend.

Vanaf 16 mei tot en met 26 juni 2021 zal de kunstmanifestatie, hopelijk zoals vanouds, weer plaatsvinden in het Amsterdamse park. Dat deze verplaatsing mogelijk is komt volgens de organisatie deels door de flexibiliteit en ruimdenkendheid van de sponsoren en subsidieverstrekkers zoals Gemeente Amsterdam, Amsterdams Fonds voor de Kunst, Mondriaan Fonds, BankGiro Loterij Fonds en Prins Bernhard Cultuur Fonds.

De extra tijd die de organisatie nu krijgt, gebruiken ze om contact te houden met de kunstenaars, betrokkenen en partners. Hierbij willen ze gaan onderzoeken hoe de verschillende partijen elkaar het beste kunnen ondersteunen. Ook wordt er gekeken naar het implementeren van de nieuwe betekenis van het thema. Entre Nous – De magie van de ontmoeting, is een thema dat, vanwege de anderhalvemetersamenleving, actueler en urgenter is dan ooit. Door de extra tijd kan de editie aangepast worden waardoor er niks verloren zal gaan.

Deelnemende kunstenaars
Maria Barnas, Maarten Bel, Circus Engelbregt, Studio Zoro Feigl, Arnon Grunberg, Eduardo Guerrero, Manon van Hoeckel, Atelier van Lieshout, Radio Noord/Zuid, Studio Ossidiana

ONTMOETEN

Paul Zwarenstein

Voor het eerst rijd ik een rondje Vondelpark in de tredmolen van de jogger. Niet op sportschoenen maar om de Koga Miyata te testen die een vriend niet meer gebruikt en mij cadeau heeft gegeven. Een mooi leren zadel dat ik in de fietsenwinkel van de Hallen vindt zit goed. Bij het oversteken van de Overtoom voel ik mij als een rijder op een paard. De fiets als verlengstuk van mijn manlijkheid. Door het Rijtuigenhof rechtsaf en dan vol gas. Vlak voor de bocht bij de uitgang naar de Amstelveenseweg haal ik een meisje op een damesfiets in die in snelheid niet veel onder doet voor mijn bike. Ze rijdt op een versnellingsloze stadsfiets en heeft haast. Als ik opzij kijk bij het inhalen, lijkt het haar geen moeite te kosten om die inspanning te leveren. Het moet een fietsmeisje zijn. Ik wil mijn duim opsteken maar doe het niet. Al snel voel ik dat ik veel te snel van start ben gegaan.

Iets voorbij de uitgang naar het Valeriusplein aan de rand van de hondenwei staat een gigantische neushoorn op het punt de weg over te steken. Ik verbaas mij erover dat ik door wil rijden zonder uit te zoeken wat het dier daar doet. Honderd meter verder keer ik om. Staand op mijn trappers nader ik het beest recht van voren, maak een rondje rechtsom. Aan de bovenkant van de bilpartij zit een raam. Naar binnen kijken lijkt mij niet gepast. Het zilver-gouden beeld imponeert en verzacht. Het staat met zijn kont naar de honden en hun eigenaren die altijd ruimschoots het veld bevolken. Het lijkt alsof het onverstoorbare beest net de wei overgestoken is. De honden in verwarring heeft achtergelaten. Ze zullen zich afvragen of het rapen van weggeworpen ballen en stokken nog wel past nu de neushoorn zich over het drollenveld heeft ontfermd.

Iets meer dan tien jaar geleden glijdt er een houten schip de haven in Friesland binnen waarop twee mannen die vragen of ze in een van de lege boxen mogen liggen. Tim is de eigenaar van het schip. Hij werkt met hout, heeft het schip zelf gebouwd en is er een aantal jaren geleden mee naar Europa gezeild. Zijn schip heet “HIPPO”. Elk jaar komt hij een aantal maanden door Europa zeilen, ontmoet mensen en laat vrienden uit Amerika meezeilen op zijn trip naar een gekozen bestemming. Langs de kust van Noorwegen naar Sami-land, het noordelijkste puntje van Noorwegen, rond Spanje de Middellandse Zee op. Het volgende plan is over de Donau naar de Zwarte Zee, naar Turkije. Hij wil zijn schip deze winter in de haven in Friesland achterlaten en volgend jaar terugkomen. Hij heeft een paar weken om het schip winter en storm klaar achter te laten. Het zeilseizoen is voorbij, hij gaat terug naar Connecticut. Ik neem hem mee naar Amsterdam.

Ik ben een zomer Fries. Vaar met groepen op Fries erfgoed over de meren. In de winter woon ik aan de kade in Amsterdam. De paar dagen voor zijn teruggaan naar Amerika, wisselen wij uit in Amsterdam. Wij zijn ongeveer dezelfde problemen tegengekomen met de moeder van onze dochters en blijven zoeken naar de romantiek die zich in onze hoofden heeft vastgezet. Hij heeft een nieuwe liefde gevonden in een vrouw met twee dochters en een zoon die hij volgend jaar mee wil nemen op zijn reis naar de Zwarte Zee. Aan het eind van dat jaar vindt hij een ligplaats in Würzburg aan de Mainz.
Wij hebben af en toe mailcontact. Op een kaart uit Amerika na het seizoen schrijft hij dat de trip naar het oosten desastreus is verlopen. De kinderen van zijn nieuwe liefde op zijn schip werd een ramp. Hij heeft de zoon van boord gegooid en dat overleefde de verhouding niet. Zijn huis in het bos waar hij goedkoop kan leven houdt hem warm en hij denkt erover in januari een roadtrip te maken naar Texas waar de vriend van hem woont waarmee hij de haven in Friesland binnen kwam varen. Als ik hem het jaar daarop mail om naar zijn plannen te vragen, krijg ik geen antwoord. Wel van zijn Texaanse vriend. Tim is op zijn trip met zijn motor, in een wolkbreuk naar een tankstation de weg over gestoken. Overreden door een vrachtwagen.
Een jaar later komt de Texaan naar Friesland om wat plaatsen te bezoeken die hij met Tim heeft aangedaan. Hij werkt voor een grote maatschappij in Singapore en is naar Nederland gekomen met zijn vriendin. Wij rijden met zijn drieën naar Harlingen om Tim te herdenken. Op de terugweg naar Sneek zien wij de inktzwarte wolken van een onweer achter ons dichterbij komen. Wij rijden Bolsward voorbij. Een prachtige regenboog eindigt precies op het tankstation net voorbij Bolsward. Onweer, donder en bliksem, Laat Tim even van zich horen! Tekens aan de wand. Ik zet de auto stil onder de overkapping van het tankstation.

Een paar dagen later rijd ik nog een keer langs de neushoorn in het Vondelpark. Een vrouw met een bordje in haar hand voor het beeld blijkt meer te weten over het waarom van alles.... Het project Entre nous – Omdat wij zijn, het is de bedoeling dat de neushoorn staat voor de toevallige ontmoeting. Ik vertel Marisol Ferradás het verhaal van Tim en zijn Hippo. Zij geeft mij een uitnodiging voor de opening, Kunst aan de Schinkel.

WHO ARE WE WITHOUT THE OTHER?

MARISOL FERRADÁS - EVA GONGGRIJP

South African philosopher Mogobe Ramose interpreted the term ‘ubuntu’ [I am, because we are] on the understanding that nothing is preordained. In brief this means you come into being through action. Humans only actually become human through relationships with others. This is the opposite of the Western philosophy of, for instance, Descartes who wrote ‘I think, therefore I am’; individualism is paramount.

What these two philosophies have in common is that they permit doubt and delay judgment or make it uncertain. The space thus created enables us to open ourselves, giving the other the opportunity to present themselves. It is there that the magic of the encounter takes place. If we take on the other’s story, a connection may develop: after all, we are all human. This allows us to pass on each other’s stories.

Public spaces, and the park in particular, are ideal places for meetings. They are places for conversations, perhaps with a stranger, who you can share something with, a thought, a poem, a touch. You can also withdraw in peace, the meeting is then with yourself or nature.

The theme for KadS 2021 had already been conceptualised in 2019 before the Covid-19 pandemic broke out. However, since then, the importance of true meetings, not behind a screen, but in the streets, trams or parks has become all the more apparent.

The selected artists were asked to make new works for specific locations in the Vondelpark or Schinkelbuurt with particular attention to the public experience. The results are poetic, playful, abrasive, interactive works. Through sculpture, performance, intervention or installation, the public are invited to make contact.

This edition of KadS has been modified several times due to the lockdown, only to be postponed again. When the world seemed to be opening up again, we quickly restarted preparations. Not everything went to plan as a result, but what we can’t do now, will still be there for us.

Not everything worked to our disadvantage. It seems as if – as a society – we have become more open, more sincere over the past 18 months... We enjoy watching each other without masks or interfaces. We need each other, because we are.

THE MAGIC OF MEETING

Edo Dijksterhuis

A meeting can cause a flurry of sparks or be like a slow meandering stream. It can bang heads, be rough, whirling or surging. In any case, something happens, is exchanged and those meeting will be changed forever, even if only marginally. Human interaction is the driving force behind change and progress.

Marisol Ferradás felt this strongly when she organised her first exhibition. Le complot (2004) was a guerrilla exhibition in the Vondelpark. Ferradás had left hand-written notes on silk patches all over the park. Visitors paused to read them, followed the written trail like Hansel and Gretel’s breadcrumb trail, discussed the why of the notes, who had made them and whether it was allowed, spreading messages like that.

Seven years later, Le complot’s next manifestation arrived in the shape of Kunst aan de Schinkel (KadS). This biennial’s objective was and is to make visitors to and the inhabitants of the Schinkelbuurt get acquainted and to surprise them with contemporary art. For the fifth edition, Ferradás will return to Le complot’s foundations. For past editions, the route had been expanded to include the tram depot or even further into the Schinkel neighbourhood. Now the emphasis is back on the Vondelpark, a natural meeting place that suits the theme Entre Nous perfectly.

Eva Gonggrijp and Merel Noorlander (the latter until 2020) were approached to be curators. They had a list of artists drawn up by early 2019 which included almost every artistic discipline. The participants varied from recent graduates to internationally acclaimed veterans.

However, then the Covid-19 pandemic broke out and in one fell swoop the event, that had been planned for 2020, became impossible. Yet the theme was more current than ever. During lockdown everyone had to rely on themselves and became isolated. Meetings shifted online, interaction became virtual. After a few short months, everyone was desperate for touch and sick to the back teeth of Zoom.

Now lockdown is officially over, our social lives are slowly reawakening. Things are little hesitant; kissing and shaking hands haven’t made a comeback just yet. Some people have become slightly people-shy and the danger of overstimulation is quite real. However, the desire to re-connect is intense again. This is why the KadS organisation didn’t want to wait any longer and started work as soon as the world reopened. To be an occasion, a mediator and a platform for as many meetings as possible.

NUR DIE WURST HAT ZWEI

Arnon Grunberg

Since art started demanding an autonomous zone for itself – a side effect of romanticism – it has been forced to repeatedly justify its existence. Because who is that autonomous zone good for other than the artists themselves?

People said this was warranted on the basis of morals and the revolution. Artists strive for a better world, further the revolution. Russian poet Vladimir Majakovski (1893 -1930) for instance, referred to himself as the ‘poet of the people’ and lauded the 1917 October Revolution. The term ‘revolution’ has become disused and contemporary poets and artists are aware of the dangers of praising revolutions. However that better world is still alive and well. Subsequently, therapy got dragged into it. Artists will do what therapists cannot; they will heal you.

Civilisation is always useful and so many have defended art as one of civilisation’s pillars. No civilisation without art apparently. The Mars der Beschaving [civilisation march] was held in the Netherlands in 2011 to protest against the Rutte-I (VVD[liberal party], CDA [christian-democratic party], tolerated by the PVV [right-wing party]) cabinet’s cuts. Now cuts are never nice, but civilisation ending if the government doesn’t reserve money for the arts or reserves less, seems like a contentious opinion, even just historically speaking. More importantly: if you go to war for civilisation’s sake, whether metaphorically or not, you aim to defeat the barbarians. Those barbarians again, without whom civilisation apparently also can’t exist. And then there is empathy. If there’s nothing good left to say about art, then you can always state that it makes people more empathetic. Poor animals those humans. Who have to resort to art to access their empathy. ‘What caused you to jump in the sea and save three drowning people of whom two survived Mr De Vries?’ ‘Art, dear interviewer, particularly Bruce Nauman’s work.’

Now the abovementioned are lines of defence that serve to protect the arts and literature from their enemies or rather: the sceptics, the indifferent; not incorrect per definition. Moreover, the revolution was beautifully celebrated in song by Majakovski. The uninspired works about the revolution have been forgotten, thank God. The flood of mediocre, loveless creations that clearly reveal the maker was bored during their genesis, shouldn’t concern us.
Imagine if everyone – our democratic ideals materialised – everyone was an artist, everyone a barbarian, everyone equally tall and equally short – were a Friedrich Nietzsche or Vincent van Gogh? If you democratise the unique, you are left with the purely average, which no one can object to and which Stephan Remmler once wrote a carnival song about: ‘Alles hat ein Ende, nur die Wurst hat zwei.’ Now in my opinion art and literature can be almost anything, we are discussing an autonomous zone for a reason. For example, art may also be comforting and sentimental. Personally I think reality is sentimental enough, but naturally not everyone seeks the same in art and literature.

I would however like to emphasise that in art and literature – if we lump the two together briefly – we encounter unlivable truths, the compassionless gaze with which we cannot tire ourselves in daily life because they out-survive us and endanger our social conventions. If this festival is about encountering – and what festivals are truly about we only discover afterwards – we definitely shouldn’t think of the well-intentioned moaning about Covid-19 and how terribly we’ve missed out parties. After all, these complaints are little else than the wailing of a few generations back, somewhere during the 1970s, when during the starter at Christmas dinner there was plenty of whining about the Dutch famine of 1944 - 1945 and the tulip bulb soup. The encounter should also be removed from the realm of so-called spirituality. One seeks the foreign because one no longer knows what is familiar. The encounter devolved into a form of exoticism: theforeign is embraced to drive out the lack of their own unicity. No, people meet the merciless and whoever responds that you encounter mercilessness of all shapes and sizes in daily life, is also right. In the arts however, one may encounter analytic mercilessness, which differs from the scientific and the philosophical to the extent that it need not be systematic, it can be intuitive, in fact that’s even preferable.

In daily life, in unavoidable civilian society, we cannot relieve ourselves of all manner of illusions, particularly the illusion of morals, however the artistic autonomous zone is an autonomous zone where one can shed these oh so crucial civil illusions, those of politeness and all manner of hygiene (art is often filthy), that of equal opportunities and the dream of owning your own home, that of your own domestication as the meaning of all meanings (I am in complete control of myself, my shoes are shined, my shirts ironed, my mouth washed out with soap repeatedly, the excuse is on the tip of our tongues, we never defecate in our pants), our dream and our nightmare, culminating in the nursing home where we find our drooling fathers, sleeping on newspapers and we call out: ‘Daddy, look what we brought you, a slice of cheesecake!’ Oh, those encounters.

A colleague told me about a brother who as a child was highly skilled at grabbing bluebottles from the air at their holiday bungalow. After capture, he would just as adroitly rip their wings off so they spun around a little longer. She told me she’d never forgotten the sound of those flightless bluebottles. Another encounter.

The civilian realm is indispensable, over time, only there will people be able to live, the true bohemian dying sooner than the false Messiah or ending up as an unaware clown. But who wouldn’t want to escape from the pious, yet joyless prayer decent citizens mumble daily?

You meet ice picks in the arts. Graham Greene (1904 - 1991) stated that novelists had to have a splinter of ice in their hearts to view fellow humans as source material. Here, in this autonomous zone, you get to meet the snow queen without your heart having to melt.

Ultimately, it is about controlled encounters with the unbearable. Although the controlled can also run riot. And perhaps it is the unbearable, the ice pick that provides us with what people crave most: meaning.

Atheïsme is een kantoorbaan. Neem vakantie van het atheïsme

NRC Nieuws

Commune der gelovigen In 2018 had Arnon Grunberg een visioen: hij wilde een tijdelijke commune met een tijdelijke religie in de staat Oklahoma stichten. Hij ging proefdraaien in Vinkeveen waar een Zeeuwse geit als tijdelijke God moest dienen. En het geschiedde (bijna).

In het voorjaar van 2018 reisde ik door het westen van Amerika om het verlangen naar God in die contreien in kaart te brengen. In diezelfde tijd zag ik de documentaire Wild Wild Country, over de opkomst en ondergang van de Baghwan-commune in een dorpje in Oregon. Verlangen naar spirituele bevrijding, massahypnose, loyaliteit en verraad, de verleidingen van ongebreideld leiderschap, alles kwam in die serie aan bod. Het kortstondige maar relatief grote succes van de Baghwan maakte duidelijk hoe gevoelig sommige westerlingen waren voor de verleidingen van exotische profeten. De vlucht voor de leegte van het materialisme voerde naar het exotisme. De afwasmachine was ongetwijfeld een tijdbesparende stap voorwaarts, maar het verlangen naar een leven dat meer te bieden had dan de verlokkingen van het witgoed knaagde en als ik zo om me heen kijk, knaagt het nog steeds. Op de vraag naar de zin van het leven antwoordt niemand met ‘welvaart’.

Aan het eind van mijn reis door het zuidwesten van Amerika had ik een visioen. Ik wilde een tijdelijke commune met een tijdelijke religie in de staat Oklahoma stichten. Drie maanden, dat was tijdelijk.

Het was geen echt visioen, eerder een min of meer rationele overweging, maar soms moet je min of meer rationele overwegingen visioenen noemen, anders lukken sommige dingen nooit, bijvoorbeeld het stichten van een geloofsgemeenschap.

Ik wilde onderzoeken of ik kon ontkomen aan de valkuilen van communes uit het verleden, ik was benieuwd of de rauwe machtsstrijd en de seksuele losbandigheid konden worden vermeden; dergelijke losbandigheid, zo leerde het verleden, eindigde vroeg of laat met bitterheid en reproduceerde min of meer de hiërarchische verhoudingen uit de materialistische samenleving waaraan men hoopte te ontsnappen.

Een goedaardige gemeenschap, zonder trots te zijn op die goedaardigheid. Mocht de commune ontaarden dan kon die altijd vroegtijdig worden ontbonden. Het leek me hoe dan ook verstandig wat artsen, psychiaters en andere welzijnswerkers onder de volgelingen te hebben. Voor het geval dat.

Ik schreef alvast geloofsbrieven en religieuze oefeningen waarin onder andere te lezen viel:

‘Atheïsme is mooi en nuttig maar wel een kantoorbaan. Neem vakantie van het atheïsme.’
Alsmede:

‘Laat u zelf uit, vrienden. Wij komen samen om onszelf uit te laten.’
En verder:

‘Denkt u dat wij de kracht hebben voor nog een revolutie? Wij mogen blij zijn als we de volgende ochtend halen.’
Ik sloot af met:

‘Met het spookachtige vuur van de gevonden voorwerpen zullen wij de wereld verlichten.’
Het festival Kunst aan de Schinkel bood me de gelegenheid een commune te beginnen die nog tijdelijker was dan tijdelijk, 48 uur – een try-out. Mijn vraag of een tijdelijke commune ook kunst kon worden genoemd, werd volmondig met ja beantwoord, het experiment was kunst genoeg.

Marisol Ferradás van het festival vroeg wat ik nodig had en ik antwoordde: „Geiten.”

Om te beginnen omdat ik meende dat een religieuze commune, hoe tijdelijk ook, niet zonder een heilig of onrein dier kon, waarbij het heilige en onreine elkaar in de praktijk niet hoeven te ontlopen. De tijdelijke religie zou GOAT, Greatest Of All Time, heten met een geit als tijdelijke god. Niet om à la Reve de geit/godheid te beminnen – ook de tolerantie voor bestialiteit is de afgelopen decennia aanzienlijk afgenomen zoals blijkt uit een lezenswaardig essay van Amia Srinivasan dat onlangs in de London Review of Books stond – maar om de geit op respectvolle wijze te vereren en te voorzien in Haar behoeftes, om intiem en toch respectvol met de geit c.q. godheid te verkeren. Afgezien hiervan wilde ik de Dierenbescherming en haar welwillende aanhangers niet ontrieven.

De commune van 48 uur zou op twee eilanden in de Vinkeveense plassen opbloeien. Deelnemers konden zich opgeven door te reflecteren op het kwaad, niet in de laatste plaats het kwaad in henzelf. Denken over het kwaad houdt een gemeenschap bij elkaar. Wel hoopte ik duidelijk te maken dat wie hoopte op zelfkastijding als snelste route naar zingeving bedrogen uit zou komen door als motto te kiezen: er is geen straf, dat is de straf.

Het kwaad zou op de eilanden binnen de grenzen van de wet worden bestudeerd

Het kwaad zou op de eilanden binnen de grenzen van de wet worden bestudeerd, schreef ik alvast aan geïnteresseerden, wat een van de potentiële deelnemers ertoe moet hebben verleid te schrijven dat ze mij zachtjes wilde slaan, „met de hand, hard te slaan, te slaan met een voorwerp.” Een reden gaf ze niet op, maar wellicht smeekt het kwaad erom grenzen te overschrijden en fungeert de goeroe slechts als uithangbord.

Aangezien de plaatsen beperkt waren, selecteerde ik deze dame niet. De tijdelijke goeroe begon zijn bestaan met enige lafheid, angst voor een pak slaag. Haar fantasie kon immers zomaar werkelijkheid worden.

Uiteindelijk ontmoetten elf deelnemers met nog wat fellow travellers elkaar op zondagmiddag 26 september in de buurt van station Abcoude. (Het station van Abcoude is een heilige plek geworden.) Vandaar werden wij door André, eigenaar van het eiland waar wij zouden slapen – de dagactiviteiten vonden plaats op een ander eiland – op een boot (waar vroeger koeien op werden vervoerd. André zei: ‘Vroeger waren de koeien minder dik’) naar het zogeheten ‘slaapeiland’ getransporteerd.

De Zeeuwse geiten die zouden arriveren bleken weer teruggekeerd naar Zeeland. De eigenaar had niemand aangetroffen op de afgesproken plek en later gezegd: „Als je niet op tijd bent om de dieren te ontvangen, hoe kan ik er dan op vertrouwen dat je goed voor ze zult zorgen?”

We moesten het zonder godheid stellen.

De leeftijden van de deelnemers varieerden van begin twintig tot begin zestig, ongeveer net zoveel mannen als vrouwen. Filosofen (mensen die hun studie filosofie hadden afgerond of nog aan het studeren waren) waren oververtegenwoordigd. Ook in het algemeen leken hogeropgeleiden oververtegenwoordigd. Drie deelnemers kwamen uit België, een kwam uit Duitsland, een was Zuid-Afrikaans/Iers. De voertaal was Engels.

Tijdens het kennismakingsgesprek bleek dat de meeste deelnemers uit nieuwsgierigheid waren gekomen of op zoek waren naar verbondenheid. Een kleine minderheid had affiniteit met mijn literaire werk. Op de vraag wat de deelnemers het liefst zouden vermijden antwoordden drie dat ze bereid waren tot veel maar dat ze algehele openbare naaktheid onprettig vonden.

Hoewel ik als huiverige goeroe – ik vermoedde dat het moeilijk zou zijn de door mij zo geliefde rol van buitenstaander en observator vol te houden en tegelijkertijd goeroe te zijn – er de voorkeur aan gaf goedaardig anarchisme op te laten bloeien en daarom niets te plannen, begreep ik dat anarchisme, ook voor 48 uur, enige leiding en invulling vereist.

Wie zich omdraaide, kon in het gezicht kijken van iemand die hij nog maar net had ontmoet

Naast het liggend luisteren naar gongmuziek door een Chileense gongspeler – een hoogtepunt–, een les krav maga – verdedigingstechniek: het lichaam warm maken en je verdedigen tegen een vijand zijn ook manieren om met het kwaad om te gaan – was er een leesclub geleid door een filosoof (een van de deelnemers). We lazen een fragment uit La Philosophie dans le boudoir ou Les Instituteurs immoraux (in het Nederlands vertaald als: Slaapkamergesprekken. Een erotische leerschool) en bespraken zinnen als: ‘Kortom: moord is een gruweldaad, maar vaak noodzakelijk.’ Minder schokkend als men beseft dat ook de filosoof Walter Benjamin stelde dat geen enkel gebod of verbod absoluut is, ook niet: gij zult niet doden. Alles hangt van de omstandigheden af. Het schijnbare kwaad schuilt in het bijwoord ‘vaak’.

Men kon biechten in een hot tub. Ook psychoanalyse, de seculiere biecht, in bad of zwemmen met de psycholoog lijkt me een welkome afwisseling van de reguliere setting (stoelen, plant, doos tissues, abstract schilderijtje aan de muur) waar de cliënt geacht wordt zijn hart te luchten.

Het bleef allemaal bijzonder beschaafd. Ook het kwaad werd in uiterst beleefde gesprekken behandeld. Op dit eiland bleek het kwaad een theoretische aangelegenheid, zelfs binnen de grenzen van de wet werd er voor zover ik kon overzien geen kwaad aangericht. Als er al sprake was van ontaarding dan zat die in het beleefd wachten op instructies van de leiding. De beschaving een dun vernisje? Welnee, om de beschaving te verdrijven moet die dikwijls eerst uit de mens worden geslagen, en zelfs dat lukt niet altijd. Al kan volgzaamheid bij een kwaadaardige goeroe minder beschaafde neveneffecten hebben.

’s Avonds dreef de kou sommige deelnemers opnieuw de hot tub in en in de veiligheid van de duisternis gaven enkele deelnemers, onder wie de goeroe, zich half of geheel over aan naaktloperij.

We hebben allemaal in dezelfde tipitent geslapen. Zij aan zij. Wie zich omdraaide, kon in het gezicht kijken van iemand die hij nog maar net had ontmoet. De Belgen hadden de eerste nacht hun matrassen naar buiten gesleept. Vanwege het gesnurk in de tent verklaarden ze de volgende ochtend.

Voor zover een gemeenschap uit ongemak bestaat, was het gezamenlijk slapen in de tent de indringendste vorm van gemeenschap die ik in mijn kleine, tijdelijke commune mocht beleven.

Wat er de tweede nacht is gebeurd, is mij onbekend. Ik ging om één uur slapen, maar toen ik om zeven uur wakker werd, smeulde het kampvuur nog en glipte er een van de volgelingen door de struiken in de richting van haar slaapzak.

Het idee van gemeenschap was misschien meer tot leven gekomen dan de sensatie van een nieuwe, tijdelijke religieuze commune, maar er was Oklahoma; driekwart van de deelnemers gaf aan mee te willen.

Er waren levensverhalen uitgewisseld, vaak tot vroeg in de ochtend. Een van de deelnemers was bijzonder emotioneel geworden, tot mijn verbazing door De Sade.

De Zuid-Afrikaanse dame zei zonder enige ironie: „This gave me a sense of belonging.”

De vraag was hoelang dat gevoel ergens bij te horen zou standhouden. Ik had vooral de geit/godheid gemist, we hadden niets aanbeden noch iets vereerd – het beschavingsideaal is geen religieus ideaal. Ook was er niets ontheiligd. Wel vermoedde ik dat gedurende die drie maanden in Oklahoma het kwaad meer zou worden dan een theoretische aangelegenheid.

Op de boot terug verklaarde ik: „Jullie waren allemaal buitengewoon aardig en lief, voor mij, voor elkaar.”

Het afscheid was emotioneel. Hooguit vond ik dat we een klein beetje stonken. Nee, het viel niet te ontkennen, we hadden onszelf eens goed uitgelaten.

12 oktober 2021

Schrijver Arnon Grunberg zet tijdelijke geloofsgemeenschap op

Rudy Ligtenberg, RD Reformatorisch Dagblad

Op beschaafde wijze het kwaad in jezelf zoeken. Dat is het doel van een experiment dat schrijver Arnon Grunberg met twaalf deelnemers op een onbewoond eiland gaat uitvoeren. Een commune met een tijdelijke religie.

In het kader van de kunstmanifestatie Kunst aan de Schinkel (KadS) in Amsterdam zal Grunberg van 26 tot 28 september optreden als geestelijk leider van een select gezelschap van twaalf mensen die zich voor het project hebben opgegeven. De locatie is geheim – ergens in de buurt van de Randstad.

Wat bent u precies van plan?

„In 2018 heb ik zes weken door een aantal westelijke staten van Amerika gereisd om een reportage te maken over kleine en grote religieuze gemeenschappen en over de rol die God in dat land speelt. In dat kader zag ik een documentaire over de Baghwan, een sekte die uiteindelijk totaal ontspoorde. Dat bracht mij op het idee of het misschien mogelijk is om een religieuze gemeenschap te beginnen zónder dat bepaalde mensen zich als autoriteit opwerpen en hun macht gaan misbruiken. Ligt de verleiding van misbruik altijd op de loer, of kun je ook op een verantwoorde manier met macht omgaan? Om dat uit te vinden ga ik over een paar jaar in de Amerikaanse staat Oklahoma een tijdelijke commune met zo’n 100 tot 120 mensen opzetten. Het is de bedoeling dat dat project drie maanden gaat duren. Van de kunstmanifestatie KadS kreeg ik de mogelijkheid om in Nederland alvast op kleine schaal een soort voorproef te houden.”

Een tijdelijk geloof lijkt in tegenspraak met zichzelf.

„De Australische schrijver J. M. Coetzee laat de hoofdpersoon in ”Elizabeth Costello” zeggen dat romanschrijvers alleen in tijdelijke dingen geloven. Dat vond ik een heel intrigerende en ook wel provocerende uitspraak. Ten dele kan ik me erin vinden. Ik denk dat wij in een cultuur leven waarin we voortdurend in tijdelijke dingen geloven. Kijk maar naar de complottheorieën die de ronde doen. Zelfs als we deel uitmaken van een religieuze gemeenschap kunnen we ons daar niet helemaal aan onttrekken. Ik begrijp dat het paradoxaal klinkt, maar ik wil onderzoeken wat het betekent om tijdelijk in iets te geloven – en of dat dan nog wel geloof genoemd kan worden. En waarin geloof bijvoorbeeld verschilt van hoop en vertrouwen. Want dat je tijdelijk kunt hopen is evident – je kunt de hoop verliezen. Er zijn ook mensen die het geloof verliezen, of juist terugwinnen.”

U wilt daarnaast het kwaad in de mens bestuderen…

„Dat klopt. Ik heb de deelnemers gevraagd om in maximaal 800 woorden de aantrekkingskracht van het kwaad te beschrijven, waarbij ze ”het kwaad” ook definiëren. De vraag wat ”het kwaad” is en hoe we daarmee omgaan, is cruciaal in onze samenleving. De mogelijkheid dat we tot geweld in staat zijn beangstigt én fascineert mensen. In mijn romans en essays schrijf ik daarover. Het leek me interessant om ”het kwaad” nu eens niet buiten onszelf, maar in onszelf te zoeken.”

Waarom legt u de verbinding met religie?

„Ik denk dat geen religie eraan ontkomt, net als de staat overigens, om bepaalde wetten te verkondigen, normen te stellen en om onderscheid te maken tussen wat wenselijk en niet-wenselijk is. De meeste religies, zeker de monotheïstische, doen dat in vrij absolute termen; ik denk dat je er ook wat minder absoluut over zou kunnen denken. Als je de Bijbel bestudeert zie je dat er op veel wetten uitzonderingen bestaan, dat je ze in noodsituaties mag overtreden. Dat vind ik een belangrijk aspect van mijn tijdelijke commune. Ik denk dat we in onze maatschappelijke discussies vaak de neiging hebben om morele standpunten absoluut te maken en niet toe te passen op concrete situaties. We scheiden veel te gemakkelijk het zwart van het wit zonder oog te hebben voor het feit dat de meeste menselijke gedragingen zich in de grijze zone bevinden. Een milde vorm van grensoverschrijding is dat we een rood licht negeren als er geen verkeer aankomt.”

Gereformeerde christenen zullen voluit erkennen dat het kwaad in de mens zit, en dat het uit de hand loopt als het niet enigszins beteugeld wordt. Is dat ook uw vertrekpunt?

„Ten dele. Het is alleen de vraag hóé dat kwaad beteugeld moet worden. Ik zou eerder willen zeggen dat de mens verleidbaar is en dat verleidingen de vorm kunnen aannemen van het kwaad. En dan kom je ook bij de schuldvraag. Het feit dat je verkeerde behoeftes hebt, maakt iemand in mijn ogen nog niet schuldig – maar misschien verschil ik daarin van de meer religieuze opvatting. De gedachte, het verlangen an sich is nog onschuldig, denk ik. Voor mij begint het kwaad pas echt als er een wezenlijk slachtoffer is, wanneer iemand wordt benadeeld of pijn gedaan. Als ik slecht denk over iemand, dan is het kwaad daarmee nog niet begonnen. Want het betekent helemaal niet dat ik de daad bij de gedachte voeg.”

Omgekeerd is het wel zo dat de daad begint bij een gedachte…

„Zeker, helemaal eens. Maar het feit dat het kwaad begint met een gedachte of een verlangen betekent absoluut niet dat iedereen die een verkeerde gedachte of wens heeft in het domein van het kwaad moet worden geplaatst en zich schuldig moet voelen.”

Waarom vindt u het zo belangrijk om dat te benadrukken? Er ís toch veel kwaad in de wereld?

„Als je het accepteert dat je tot het kwaad in staat bent, hoef je ook niet zo te schrikken van je kwade gedachten. Dat is een stap die veel mensen nog niet durven maken en juist daardoor ontstaat onheil. Mensen die niet goed overweg kunnen met verkeerde gedachten en verlangens, raken gefrustreerd en dat kan leiden tot implosies of explosies. Wanneer het kwaad onderdrukt wordt, loop je het risico dat de snelkookpan op een gegeven moment overkookt.

Als je zegt dat het kwaad in alle mensen zit, moet je accepteren dat er bepaalde risico’s zijn. We kunnen het kwaad nooit volledig uit de wereld verdrijven zonder zelf over te gaan tot kwaadaardigheid op grote schaal. Ik denk dat veel mensen dit nog niet goed beseffen. Het belangrijkste punt dat ik wil maken is misschien wel dat de strijd tegen het kwaad zelf enorm kwaadaardig kan worden. Concreet zie je dat in Nederland bij burgers die jacht maken op mensen die als pedofiel bekendstaan. Los van de vraag hoe je over pedofilie denkt, is zulk optreden volstrekt onwenselijk. Het is lang niet altijd evident dat we zelf het licht vertegenwoordigen dat tegen de duisternis strijdt. Als je religie fundamentalistisch invult, krijg je ontsporingen. Waar barmhartigheid en vergevingsgezind worden uitgesloten, wordt samenleven moeilijk. We moeten op moreel verantwoorde wijze een uitlaatklep zoeken.”

Speelt uw Joodse achtergrond een rol in het hele gebeuren?

„Niet bewust. Ik ben religieus opgevoed en heb absoluut geen aversie tegen religie. De geschiedenis van het Joodse volk heeft mij beïnvloed, de geschiedenis van mijn ouders, die deel uitmaakten van het Joodse volk, en ook de cultuur die daarbij hoort, hebben mij diepgaand gevormd. In mijn kinderjaren werd ik naar de Misjnaschool gestuurd, waar de Joodse wetten werden uitgelegd. Wat ik daarvan heb geleerd is dat je ontzettend goed moet lezen. Ik werd er ook aangemoedigd om teksten te interpreteren en daarover te discussiëren. Ik vind het nog altijd buitengewoon belangrijk om te laten zien dat er verschillende interpretaties van teksten mogelijk zijn, dat je daarover het gesprek kunt voeren, maar altijd weer terug moet naar de brontekst. Dat is iets wat naar mijn mening te weinig gebeurt in onze cultuur, waarin slordig, te weinig of helemaal niet wordt gelezen. Mensen zijn maar zelden in staat om een goede discussie over een tekst te voeren. Ik beschouw de Bijbel –het Oude en het Nieuwe Testament– als een belangrijke primaire tekst. Ik denk dat je die moet kennen om te kunnen begrijpen in welke cultuur we leven.”

Kunt u zich voorstellen dat sommige gelovigen met gefronste wenkbrauwen naar dit experiment kijken? Een leider met twaalf volgelingen doet denken aan Jezus en Zijn discipelen.

„Aanvankelijk was het idee om dit met meer mensen te doen, maar door corona moest het allemaal wat beperkter. Ik ontken niet dat er een toespeling naar Jezus en Zijn volgelingen in zit, maar ik heb niemand willen kwetsen. Als ik echt gelovig was, zou ik zelf aan heel andere zaken aanstoot nemen dan aan deze commune. We gaan respectvol om met religie en nemen die zeker serieus. Onze samenleving is niet goed te begrijpen zonder de erfenis van religie. Ik stel me ook niet op het standpunt dat verlichte mensen niet religieus kunnen zijn. Want dit betekent dat je jezelf op de hoogste tak van evolutie stelt en vindt dat de ander onder je staat. Juist dat beschouw ik als een vorm van kwaadaardigheid en gebrek aan zelfreflectie.”

Wat gaat u concreet doen op het onbewoonde eiland?

„Ik heb een aantal sprekers uitgenodigd en ik zal natuurlijk zelf wat vertellen. Maar de deelnemers hebben ook een eigen verantwoordelijkheid; ik ga niet als een goeroe zeggen wat er moet gebeuren. Het feit dat we in een beperkte ruimte moeten samenleven, zonder ordepolitie, zonder vanzelfsprekende autoriteit, is al een spannend sociaal-psychologisch experiment. Je kunt wel alles van tevoren gaan bedenken, maar dat sluit uit dat je te maken hebt met individuen die met hun eigen levenservaring meebepalen wat er gaat gebeuren. Zelf zie ik het als een belangrijke taak om goed te observeren. En ik hoop ook van de deelnemers te leren. De theoretische kennis van boeken moet in de praktijk geijkt en aangevuld worden.”

Arnon Grunberg
Arnon Grunberg (Amsterdam, 1971) is een Nederlandse schrijver en acteur. Hij is afkomstig uit een gezin dat zwaar getraumatiseerd is door de Tweede Wereldoorlog. Zijn moeder Hannelore Grünberg-Klein (1927-2015) overleefde Auschwitz. Zijn vader zat op talrijke adressen ondergedoken. Grunberg zwoer aan het eind van zijn puberteit elke vorm van religie af. Op 23-jarige leeftijd debuteerde Grunberg met ”Blauwe maandagen”, een sterk autobiografische roman, waarin onder andere de oorlogs­ervaringen van zijn ouders aan de orde komen. In 2000 schreef Grunberg onder het pseudoniem Marek van der Jagt de roman ”De geschiedenis van mijn kaalheid”. Andere romans van zijn hand zijn: ”De asielzoeker” (2003), ”De joodse Messias”(2004) en ”Tirza” (2006). Voor deze laatste kreeg hij de Libris Literatuur Prijs, de Gouden Uil en de vijfjaarlijkse Prijs voor Proza van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Behalve romans schrijft hij gedichten, verhalen, essays en toneelstukken.

Van maandag 29 maart 2010 tot en met woensdag 16 mei 2018 schreef Grunberg de dagelijkse column Voetnoot op de voorpagina van de Volkskrant.

Voorafgaand aan de dodenherdenking 2020 op de Dam sprak hij de 4 mei-lezing uit in de Nieuwe Kerk.

24 september 2021 21:07

Ontmoet elkaar, is het devies bij Kunst aan de Schinkel

Kees Keijer

Contact maken met elkaar, durven we dat nog? De manifestatie Kunst aan de Schinkel moedigt bezoekers aan tot actie met een giganeushoorn en koffie als lokmiddelen.

Het was zo goed bedacht. Kunst aan de Schinkel (KadS), de tweejaarlijkse manifestatie, zou gaan over ontmoetingen. Marisol Ferradás, drijvende kracht achter de Soledad Senlle Art Foundation en oprichter van KadS: “De magie van de ontmoeting, dat was het thema. We wilden zorgen dat mensen weer fysiek met elkaar gingen communiceren, niet alleen via beeldschermen.”

Dat was voor de pandemie. Na een jaar uitstel gaat de nieuwe editie van KadS alsnog open. Met een bijeenkomst in het Vondelpark, waar Arnon Grunberg zich zal presenteren als geestelijk leider van een nieuwe tijdelijke religie.

Het idee is om met een groep van twaalf deelnemers naar een onbewoond eiland te gaan, niet ver van Amsterdam. Grunberg zal daar een tijdelijke religie opzetten. Eva Gonggrijp, die met Merel Noorlander de tentoonstelling heeft samengesteld: “Iemand had tegen Grunberg gezegd dat hij een valse profeet was. Mensen kunnen hem een brief sturen voor deelname aan de commune. In 800 woorden mag je uitleggen wat jouw aantrekkingskracht tot het kwaad is.”

Gezicht van de macht
In de ruimte van Ferradás aan de Schinkel­kade is nu een hypnotiserend videodrieluik te zien van Tibor Dieters, twee jaar geleden afgestudeerd aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Hij laat memes en ander beeldmateriaal, voornamelijk van Trumpaanhangers, door een algoritme vervormen tot nieuwe video’s. Hoofden worden wanstaltige, monsterlijke wezens. Het gezicht van de macht wordt steeds gemuteerd, als een systeem dat zichzelf eindeloos in stand houdt. Bij de installatie klinken vervormde echo’s van Trumps speech op 4 juli bij Mount Rushmore.

Buiten verandert de sfeer met een vrolijke cartoonachtige installatie van Manon van Hoeckel op de Zeilbrug: vlaggen, de tekst Vaarwelkom en een grote hand. Die hand kun je laten bewegen om te zwaaien naar passerende vaartuigen. Gonggrijp: “In Museum Boijmans Van Beuningen heeft Manon van Hoeckel eens een wasserette geïnstalleerd. Mensen in de buurt kwamen met elkaar in contact en gingen kunst kijken terwijl ze een wasje deden. Briljant.”

Een van de spectaculairste werken van KadS is de verborgen installatie van Zoro Feigl in de ruimte onder de Zeilbrug. Na afdaling onder begeleiding hoor je in een betonnen hal de trams en auto’s over je heen denderen en dansen honderden kleine lichtvlekjes over de wanden en het plafond. Feigl staat bekend om zijn rumoerige kinetische kunst, maar dit werk is juist heel poëtisch en verstild, met dansende lichtpuntjes als nabeelden op je netvlies.

Op het Hoofddorplein heeft het vijfkoppige collectief Circus Andersom een installatie met zes loketten. Op de ene kant van het bouwsel staat Oplossingen, aan de andere kant moet je zijn voor Problemen. Gonggrijp: “Dit gaat over de zelfredzaamheid van de buurt.” Circus Andersom wil het initiatief van burgers activeren, zodat zij elkaar opzoeken om problemen en oplossingen bij elkaar te brengen. Niet wachten op instructies van bovenaf, maar zelf repareren wat mis is. Vooralsnog wordt er niet veel gebruik van gemaakt. Ferradás: “We gaan de mensen op het plein nog informeren. En waarschijnlijk gaan we ook koffie schenken.”

Altijd doordenderen
Een kunstwerk dat wel onmiddellijk uitnodigt tot gesprekken en discussies, is Moses, een levensgrote neushoorn van Atelier van Lieshout in het Vondelpark. Het enorme dier is boven de linkervoorpoot voorzien van een luik waar je doorheen kunt kruipen. Binnen ontvouwt zich een grotachtige ruimte met comfortabele schapenvachten. Metalen ringen aan de wand suggereren dat liefhebbers van SM hier de tijd van hun leven kunnen hebben. De neushoorn is een stoer dier, maar hij wordt ook bedreigd. Gonggrijp: “Joep van Lieshout identificeert zich met een neushoorn. Met de gedrevenheid van het dier. Altijd willen doordenderen.”

De titel verwijst natuurlijk naar de bijbelse profeet die de Joden naar het beloofde land leidde en op de berg Sinaï de tien geboden ontving. Het beeld moet een soort broeinest voor nieuwe ideeën zijn, een metafoor voor een vrijplaats. Het werk heeft een enorme aantrekkingskracht. Kinderen zijn zwaar onder de indruk, willen erop klimmen of erin kruipen. Volwassenen gaan met elkaar in gesprek.

Ferradás: “Door zo’n kunstproject komen mensen ineens met bijzondere verhalen. Er gaan nu al stemmen op of het werk van Atelier van Lieshout mag blijven.”

Entre nous – Omdat wij zijn / Kunst aan de Schinkel, kunstmanifestatie in het Schinkelgebied en het Vondelpark in Amsterdam: 25 juli t/m 5 september.

23 juli 2021, 15:18

PERSBERICHT

Entre nous – Omdat wij zijn
KadS [Kunst aan de Schinkel]



25 juli t/m 5 september 2021
Een kunstmanifestatie in het Schinkelgebied en het Vondelpark in Amsterdam.
‘De magie van de ontmoeting‘



Deelnemende kunstenaars

Maria Barnas [NL] - Maarten Bel [NL] - Circus Andersom [NL] - Tibor Dieters [NL] - Arnon Grunberg [NL] - Eduardo Guerrero [ES] - Manon van Hoeckel [NL] - Atelier Van Lieshout [NL] - Studio Ossidiana [IT] - Studio Zoro Feigl [NL] - Radio Noord/Zuid [NL]

Entre nous – Omdat wij zijn

Na ruim een jaar van gesmoord verlangen blijkt het thema van deze zomereditie, die aanvankelijk in het voorjaar van 2020 zou plaatsvinden, meer dan actueel. Kunstenaars trekken de buurt in en ontwerpen nieuw werk voor een zelfgekozen locatie, zoals een ondergrondse kelder onder de Zeilbrug of een mysterieus eiland dat plotseling opduikt in het Vondelpark. Vanuit hun eigen waarneming en discipline richten de kunstenaars hun pijlen op de stad waar dromen, obsessies en eigenaardigheden samenkomen. Dit resulteert in een kunstmanifestatie waarin het onderliggende motief, 'de magie van de ontmoeting', in al zijn facetten wordt uitgediept.

Tijdens de opening en gedurende deze 6 weken worden er rondleidingen, performances 
en interventies georganiseerd.

Grunberg leert u het kwaad kennen - G.O.A.T. – de kleine commune


Een door Arnon Grunberg geselecteerde groep van 12 deelnemers, vertrekt naar een onbewoond eiland, niet ver van Amsterdam. Grunberg, als geestelijk leider van de groep, zet hier een tijdelijke religie op touw. Twee dagen en nachten lang zal hij met ‘geselecteerden’ nét binnen de grenzen van de wet het kwaad praktiseren.
De commune zal samen eten, dansen, slapen, baden, lezen, schrijven, vechten en nog veel meer. 
De datum is vanwege recente Covid-maatregelen verzet en wordt nader aangekondigd.  Deelnemen aan dit project?  Meer informatie
Voorafgaand aan de commune, zal Grunberg tijdens de opening van KadS,  in het Vondelparkzijn geloofsbrieven aan de gemeenschap voordragen.

Vraagtekens, mutaties en een ongrijpbaar universum in de Schinkelbuurt

Tibor Dieters | Viral | Sloterkade
171
De jonge kunstenaar Tibor Dieters toont op de hoofdlocatie van de Art Foundation een hypnotiserende reis door muterende beelden vanuit verontrustende memes die hij verzamelde op het internet, aangestuurd door algoritmes. De installatie visualiseert de zelfbevlekkende kracht van sociale media. Dieters viel op met zijn eindexamenwerk aan de KABK waar hij eveneens op intelligente wijze gebruik maakte van bestaande systemen om deze zichzelf te laten ontmantelen.

Manon van Hoeckel X De Reuringdienst | VAARWELKOM! | Schinkelbuurt

Op de Zeilbrug aan de Schinkel staat een cartoonachtige installatie met vlaggen, tekst en een grote hand, aangestuurd met voetpedalen door voorbijgangers; VAARWELKOM van Manon van Hoeckel. Uiteraard zwaaien passerende stuurlui terug, waarmee de hervonden lichtheid van het bestaan ons tegemoet straalt. De ontmoeting is voor van Hoeckel een terugkerend thema. Zo ontwierp van Hoeckel een wasserette in Boymans van Beuningen om buurtbewoners het museum in te lokken en met elkaar in contact te brengen.

Zoro Feigl | Phosphenes | Kelder Zeilbrug 
Feigl schept in de verborgen kelder onder de Zeilbrug een onstoffelijk universum dat als een zwerm met een ondoorgrondelijke choreografie het netvlies tart, ontstaan door reflecties en beweging. Feigl staat internationaal bekend om zijn tactiele, kinetische kunstwerken. Hij toont met deze installatie, die van alle materialiteit is ontdaan, zijn tot nu toe meest poëtische werk.

Circus Andersom | Het Loket | Hoofddorpplein 

Centraal op het plein staat het OPLOSSINGEN/PROBLEMEN loket van Circus Andersom. Het monument zal vraagtekens oproepen; geeft het antwoord op de vragen die niet gesteld worden of roept het vragen op die niet te beantwoorden zijn? Waarin het zelf-oplossend vermogen van de buurt beproefd wordt. De interactieve invulling zal vooral komen van de buurtbewoners zelf. Het collectief, (voorheen Circus Engelbregt) noemt zichzelf ook wel een ‘verbindende ontregelingsorganisatie’. 

Vrijstaat, lusthof, kabouterblik en zwevende poëzie in het Vondelpark



Studio Ossidiana | THE BIRDS' PALACE | Vondelpark
(vanaf medio augustus)
In de waterpartij nabij de ingang Amstelveenseweg verrijst van Studio Ossidiana een eigentijds lusthof, dat mens en vogel toestaat elkaar te observeren. Dit werk evolueert en verandert gedurende 6 weken; een cross-over tussen architectuur, kunst en eco-design. Dit duo, bestaande uit Alessandra Covini en Giovanni Bellotti, maakt internationaal furore en is winnaar van de Prix-de Rome 2018.

Atelier Van Lieshout | Moses |Vondelpark

De expliciete en indrukwekkende Rhino Moses, die bij de plaatsing al veel aandacht kreeg van mens en dier, herbergt een ruimte in zijn buik waar snode plannetjes gesmeed kunnen worden. De Rhino verwijst zowel naar de gepantserde krijger als naar het offerdier. Het werk van drijvende kracht Joep van Lieshout is opgenomen in museumcollecties wereldwijd.

Maarten Bel | Vondelkabouter | Vondelpark

Aan de westkant van het park ligt een nonchalant weggeworpen reuze-bierblik dat op geregelde tijden een bovenmaatse Vondelkabouter huisvest: Maarten Bel. Hij verleidt passanten tot interactie waarbij hij vist naar fantasieën, zich opwerpt als scheidsrechter, een hondenuitlaat service biedt of gewoon een deuntje op zijn doedelzak speelt, precies zoals zijn kaboutermuts staat. Constante in het werk van Bel is het bevragen van de status quo.



Maria Barnas | Nachtinkt | Vondelpark

Nabij de brug Van Baerlestraat dwarrelen gedichten van Maria Barnas uit een boom. Haar gedicht Nachtinkt ontstond vanuit spontane ontmoetingen met de daklozen onder de brug en observaties van passanten: waarin de bomen namen krijgen het park langzaam onder water verdwijnt... Daarnaast declameert Barnas haar gedicht één op één tijdens de opening aan argeloze passanten. Barnas schrijft poëzie en is beeldende kunstenaar. In haar werk beschouwt ze tekst en beeld als gelijkwaardig.

Openingstijden
Hoofdlocatie: Art Foundation, Sloterkade 171. Open van do t/m zo 11:00 - 18:00 uur
Buiten openingstijden op afspraak: artfoundation@soledad.nl
Kelder Zeilbrug: op afspraak ma t/m vr 16.00 uur / weekend 18.00 uur
Buitenlocaties | doorlopend, 6 weken gedurende KadS (25 juli t/m 5 september 2021)

Organisatie
Marisol Ferradás | initiator & artistiek directeur
Eva Gonggrijp | curator
Merel Noorlander | co-curator tot 2020
Claartje Kortbeek | projectcoördinator
Kim Nathalia | productieassistent

Over KadS | Soledad Senlle Art Foundation
Marisol Ferradás, eigenaar van mode agentuur Soledad Senlle, organiseerde vanaf 2007 tentoonstellingen vanuit haar showroom aan de Sloterkade. Ze besloot in 2011 met de kunst naar buiten te gaan. KadS ontstond in samenwerking met lokale partners, kunstenaars en bezoekers. De tweejaarlijkse manifestatie heeft dit jaar haar eerste lustrum bereikt. Klik hier voor de website.

KadS wordt mogelijk gemaakt dankzij de financiële steun van:

Amsterdams Fonds voor de Kunst, Mondriaan Fonds, BankGiro Loterij Fonds, Prins Bernhard Cultuur Fonds, LiraFonds, Gemeente Amsterdam en Soledad Senlle B.V.

PRESS RELEASE
Entre nous – Because we are
KadS [Kunst aan de Schinkel]

Opening 25 July 14:00 – Sloterkade 171, Amsterdam

25 July - 5 September 2021
An art event in the Schinkel area and the Vondelpark in Amsterdam.
‘The magic of the encounter‘

Participating artists
Maria Barnas [NL] - Maarten Bel [NL] - Circus Andersom [NL] - Tibor Dieters [NL] - Arnon Grunberg [NL] - Eduardo Guerrero [ES] - Manon van Hoeckel [NL] - Atelier Van Lieshout [NL] - Studio Ossidiana [IT] - Studio Zoro Feigl [NL] - Radio Noord/Zuid [NL]

Entre nous – Because we are
After a longer period of stifled desire, the theme for this summer edition, originally planned for spring 2020, is even more topical. Artists move into the neighbourhood and create new work for a location of their choice, such as the basement of the Zeilbrug or a mysterious island that suddenly arises in the Vondelpark. Based on their own observations, the artists focus on the city where dreams, obsessions and idiosyncrasies meet, resulting in an art event that delves into all facets of the underlying motif the magic of the encounter.

Guided tours, performances and interventions will be organized during the opening and for the six weeks of the exhibition.

Grunberg teaches you about the evil - G.O.A.T. - the small commune

A group of 12 participants selected by Arnon Grunberg will reside on an uninhabited island not far from Amsterdam. Grunberg, as the group’s spiritual leader, intends to set up a temporary religion there. For two days and nights, he will practice evil with the ‘chosen few’ staying just within the bounds of law. The commune will eat, dance, sleep, bathe, read, write, argue and much more. The project has been postponed due to the tightening of Covid-19 measures and the date is yet to be announced.
Want to participate in this project?

Question marks, mutations and an intangible universe in the Schinkel area

Tibor Dieters | Viral | Sloterkade 171
Young artist Tibor Dieters will exhibit his hypnotising journey through AI-mutated images based on worrying memes he collected online at the Art Foundation’s main location. The installation visualises the self-abusive force of social media. Dieters attracted attention with his final’s work at the KABK where he also intelligently used existing systems to dismantle themselves.

Manon van Hoeckel X de Reuringdienst | VAARWELKOM | Schinkel area
The Zeilbrug [bridge] along the Schinkel features a cartoon-like installation of flags, text and a large hand, that can be controlled by passers-by using pedals: VAARWELKOM [farewelcome] by Manon van Hoeckel and the Reuringdienst. Naturally, passing helmsmen wave back, allowing the re-found lightness of being to shine towards us. The encounter is a recurring theme for Van Hoeckel. For instance, she designed a launderette in Museum Boymans van Beuningen to attract locals to the
museum and get them connected.

Zoro Feigl | Phosphenes | Kelder Zeilbrug
In the Zeilbrug bridge’s hidden basement, Feigl has created an intangible universe that tests your retina like a swarm with incomprehensible choreography, created by reflections and movement. Feigl is known internationally for his tactile, kinetic works. This installation, stripped of all materiality, happens to be his most poetic work thus far.

Circus Andersom | Het Loket | Hoofddorpplein
In the middle of the square stands Circus Andersom’s SOLUTIONS/PROBLEMS loket [desk]. The monument will elicit questions: does it answer questions that haven’t been asked or does it give rise to questions that cannot be answered? This tests the neighbourhood’s problem-solving abilities. The interactive content will primarily come from the locals. The collective (formerly Circus Engelbregt) also refers to itself as a ‘organisation of disruptive connection’.Temporary autonomous zone, floating garden, gnome in a can and whirling poetry at the Vondelpark

Studio Ossidiana | BIRDS PALACE | Vondelpark - mid-August
Studio Ossidiana’s contemporary floating Island that allows man and bird to observe one another, will arise on the water near the Amstelveenseweg entrance to the park. This work will evolve and change during the six weeks the event lasts; a crossover between architecture, art and eco-design. The duo, Alessandra Covini and Giovanni Bellotti, are internationally recognized and won the 2018 Prix de Rome.

Atelier Van Lieshout | Moses |Vondelpark
The impressive, explicit Rhino Moses, which received a lot of attention from man and animal during the installation, hides a secret hole in its belly its belly for making cunning plans. The Rhino refers to both the armoured warrior and the sacrificial animal. Work by driving force Joep van Lieshout resides in museum collections worldwide.

Maarten Bel | DE VONDELKABOUTER | Vondelpark
On the western side of the park lies a nonchalantly discarded giant beer can that – from time to time –houses an oversized Vondelpark gnome: Maarten Bel. He seduces passers-by into interaction trying to find out about their fantasies, acting like a referee, offering to walk the dog or simply playing a tune on his bagpipes, all depending on the whims of his pointy hat. A constant in Bel’s work is questioning
the status quo.

Maria Barnas | Night Ink | Vondelpark
Near the Van Baerlestraat bridge Maria Barnas’ poems flutter from a tree. Her poem Night Ink developed from an accidental meeting with some homeless people under the bridge and observations of passers-by: in which the trees are given names and the park slowly sinks... Barnas will also recite her poem one-on-one with random passers-by during the opening. Barnas is a poet and artist. In her work text and images are equal.

Opening hours
Main location: Art Foundation, Sloterkade 171, Amsterdam. Open from Thu – Sun 11:00 - 18:00
By appointment only outside opening hours: artfoundation@soledad.nl
Kelder Zeilbrug: by appointment only Mon – Fri 16:00/weekend 18:00
Outdoor locations | continuous for six weeks during KadS (25 July - 5 September 2021)

Organisers
Marisol Ferradás | founder & artistic director
Eva Gonggrijp | curator
Merel Noorlander | curator (till medio 2020)
Claartje Kortbeek | project manager
Kim Nathalia | production assistant

About KadS | Soledad Senlle Art Foundation
Marisol Ferradás, owner of fashion agency Soledad Senlle, has organised exhibitions from her showroom on the Sloterkade since 2007. In 2011, she decided to take the art outdoors. KadS developed in cooperation with local partners, artists and visitors. This year, the biennial event celebrates its fifth anniversary.

--------------------------

KadS has been made possible with the financial support of the following:
Amsterdams Fonds voor de Kunst, Mondriaan Fonds, BankGiro Loterij Fonds, Prins Bernhard Cultuur Fonds, LiraFonds, the Municipality of Amsterdam and Soledad Senlle B.V.

Arnon Grunberg (NL) G.O.A.T. - DE KLEINE COMMUNE, 2021

Groepssessie,
Geheime locatie - onbewoond eiland

map

UPDATE!
Vanwege de recent aangescherpte Covid-19 maatregelen zien we ons genoodzaakt onderstaand project uit te stellen
Nadere informatie volgt.

---------

The punishment is that there is no punishment

During a long journey to visit religious groups in America, author Arnon Grunberg had a vision: to start his own commune centred on a temporary religion. The plan is for a group of 200-300 individuals to spend three months living in Oklahoma inside the next three years. A condensed pilot will take place during KadS 2021: Grunberg will withdraw to an island near Amsterdam with 12 participants for 48 hours.

The 12 will eat, sleep, discuss, play, perform morning rituals and write their own religious precepts. The commune is to act as a pressure cooker outside ordinary society, a social experiment to enrich the concept of community. How do we relate to one another’s needs, fears and suffering? How many rules are required to ensure freedom doesn’t devolve into repression and power struggles?

The island is also home to goats. Grunberg has elevated these stubborn, not so cuddly creatures to godlike status. The participants will also have to relate to them. Will they ignore the livestock? Will they attempt to win their affection or try to domesticate them? Perhaps someone will even suggest slaughtering them.

Grunberg won’t act like a guru spouting aphorisms, but will ask questions and observe as well as massage the interaction to create the right chemistry. He refers to himself as an ironic mystic. As an author, he lives off stories and takes myths seriously, whilst just as easily putting them into perspective. This also applies to the story that will develop over the two days. Whether things become a utopian Walden or a nightmarish Lord of the Flies all depends on the participants.

Arnon Grunberg (1971) debuted, aged 23, with Blauwe Maandagen [blue Mondays]. Since then, he has continued to publish dozens of award-winning novels, essay collections, a film script, plays and collected short stories. He also participates in TV programmes and writes for publications including Volkskrant [Dutch broadsheet], Humo [Belgian weekly TV and radio listings magazine] and NRC [Dutch broadsheet].

---------

Er is geen straf, dat is de straf

Tijdens een reis langs religieuze gemeenschappen in Amerika kreeg schrijver Arnon Grunberg een visioen: zelf een commune beginnen met een tijdelijke religie. Het plan is om binnen nu en drie jaar met een groep van twee-, driehonderd mensen drie maanden lang te verblijven in Oklahoma. Tijdens KadS 2021 vindt een pilot plaats in geconcentreerde vorm: Grunberg trekt zich met twaalf deelnemers voor 48 uur terug op een eiland onder de rook van Amsterdam.

De deelnemers eten, slapen, discussiëren en spelen samen, voeren ochtendrituelen uit en schrijven hun eigen geloofsbrieven. De commune is een snelkookpan buiten de orde van de reguliere maatschappij, een sociaal experiment om het begrip gemeenschap te herijken. Hoe verhouden we ons tot elkaars behoeften, angsten en lijden?
En hoeveel regels zijn er nodig om vrijheid niet te laten ontaarden in onderdrukking en machtsstrijd?

Behalve de communeleden leven er op het eiland ook geiten. Grunberg heeft deze eigenwijze en weinig poezelige beesten verheven tot goddelijke wezens. Ook tot hen moeten de deelnemers zich verhouden. Negeren ze het kleinvee, proberen ze hun liefde te winnen of hen te domesticeren? Wellicht oppert iemand zelfs slacht.

Grunberg treedt hierbij niet op als goeroe die wijsheden delibereert, maar stelt vragen en observeert, masseert de interactie om de juiste chemie op te wekken. Hij noemt zichzelf ironisch mysticus. Als schrijver leeft hij bij de gratie van verhalen en neemt hij mythes serieus, maar relativeert ze net zo goed. Dat geldt ook voor het verhaal dat ontstaat tijdens deze twee etmalen. Of het een utopisch Walden wordt of een nachtmerrieachtig Lord of the Flies hangt af van de deelnemers.

Arnon Grunberg (1971) debuteerde op 23-jarige leeftijd met Blauwe Maandagen. Sindsdien publiceerde hij onder eigen naam en als Marek van der Jagt tientallen bekroonde romans, essaybundels, een filmscenario, toneelstukken en verhalenbundels. Hij maakt televisieprogramma’s en schrijft voor onder andere Volkskrant, Humo en NRC.

Agenda en aanmelding
Op 25 juli 2021 wordt de vijfde editie van de kunstmanifestatie KadS [Kunst aan de Schinkel] geopend met o.a. het project 'G.O.A.T. - de kleine commune' van Arnon Grunberg. Na de officiële opening van KadS in de Schinkelbuurt en het Vondelpark, vertrekt een door Grunberg geselecteerde groep van twaalf deelnemers naar een onbewoond eiland onder de rook van Amsterdam. Grunberg, als geestelijk leider van de groep, zet hier een tijdelijke religie op touw.

Twee dagen en nachten lang zal hij met geselecteerden belijdenis doen. Enkele geiten zorgen voor een natuurlijke balans en helpen het dier mens zich uit zijn reservaat te bevrijden. Als een kind bewezen verwekt is op het eiland zal Grunberg zich aandienen als peetvader.

Iedereen kan een aanvraag doen tot deelname d.m.v. een persoonlijke email aan Arnon Grunberg: dekleinecommune@gmail.com. “Beschrijf in maximaal 800 woorden de aantrekkingskracht van het kwaad waarbij u ‘het kwaad’ definieert. Beschrijf tevens in maximaal 50 woorden uw identiteit.”

Volledige vaccinatie of een negatieve PCR test is een vereiste. Kosten voor deelname zijn €150 voor twee overnachtingen, eten, drinken en vervoer.

Beeld door Rouwhorst en Van Roon

Atelier Van Lieshout (NL) MOSES, 2021

Sculpture,
Vondelpark

map

Moses
To visit in the Vondelpark 25 July - 1 October 2021

Atelier Van Lieshout’s sculptures always start with the sketches Joep van Lieshout makes hundreds of every month. Over the past six years, a rhino increasingly kept cropping up. Van Lieshout saw himself in it. He also only has two modes: rest and contemplation or relentless forward motion.
The sculpture he subsequently created of a giant rhino with a labyrinthine structure drilled into it ended up in his studio due to the Covid-19 pandemic and the postponement of KadS. Van Lieshout used the lockdown to turn out dozens of sculptures at high speed, often with Christian themes. The descents from the cross and the last supper depict and comment on the values of human existence that were so constrained by the virus.
Surrounded by religious iconography Van Lieshout suddenly realised: that rhino is the place for Moses, the prophet who led the Jews to the promised land and received God’s ten commandments on Mount Sinai. He fitted the sculpture with a heavy, armoured door that locks from the inside so you can hide in the belly of the beast. Once rejuvenated, you can come storming out with your own version of the stone tablets.
However, the sculpture isn’t just for solo use. It provides room for four or five people. Metal rings on the wall suggest hedonistic rituals could take place. The sculpture’s bronze appearance reinforces the impression of it being an idol. Typical for Atelier Van Lieshout’s tendency to be ambiguous, the rhino is an armoured warrior and a sacrificial animal in one. An incubator for high ideals and a breeding ground for the most base instincts.

Atelier Van Lieshout, the studio founded by Joep van Lieshout (1963) in 1995, operates on the intersection of art, design and architecture. His work can be found in museum collections around the world. Joep Van Lieshout has won various prizes including the Charlotte Köhler Prijs [young talent prize] and the Kurt Schwitters Award.

----------

Mozes
Te bezoeken in het Vondelpark 25 juli - 1 oktober 2021

De beelden van Atelier Van Lieshout beginnen altijd met de schetsen waarvan Joep van Lieshout er iedere maand honderden maakt. De afgelopen zes jaar dook tussen de tekeningen steeds vaker een neushoorn op. Van Lieshout herkende zichzelf erin. Ook hij heeft maar twee standen: rust en contemplatie of onvermoeibaar doordenderen.
Het beeld dat hij vervolgens maakte, een reusachtige neushoorn waar hij een labyrintachtige structuur in boorde, belandde door het uitbreken van de coronapandemie en het uitstellen van KadS in zijn atelier. Van Lieshout gebruikte de lockdown om in koortsachtig tempo tientallen sculpturen te produceren, vaak met christelijke thematiek. De kruisafnames en weergaves van het laatste avondmaal zijn een verbeelding van en commentaar op de waarden van het menselijke bestaan, dat door de virusuitbraak zo aan banden was gelegd.
Omringd door religieuze beeldtaal wist Van Lieshout plots: die neushoorn is de plek voor Mozes, de profeet die de Joden naar het beloofde land leidde en op de berg Sinaï de tien geboden van God ontving. Hij voorzag het beeld van een zware pantserdeur die van binnenuit afsluitbaar is zodat je je in de neushoornbuik kan terugtrekken. Eenmaal weer opgeladen kom je naar buiten gestormd met je eigen versie van de stenen tafelen.
Maar het beeld is niet alleen voor solistisch gebruik. Het biedt plaats aan vier, vijf personen. Metalen ringen aan de wand suggereren de hedonistische rituelen die hier kunnen plaatsvinden. Het bronskleurig materiaal waar het sculptuur van gemaakt is, versterkt de indruk van een afgodsbeeld. Typerend voor Atelier Van Lieshouts hang naar ambiguïteit is de neushoorn gepantserde krijger en offerdier ineen. Het is een incubator voor hooggestemde idealen en een broeinest voor de meest basale instincten.

Atelier Van Lieshout is de in 1995 opgerichte studio van Joep van Lieshout (1963). Van Lieshout opereert op de grens van kunst, design en architectuur. Zijn werk is opgenomen in museumcollecties wereldwijd. Hij won diverse prijzen, waaronder de Charlotte Köhler Prijs en Kurt Schwitters Award.

Atelier Van Lieshout (NL) MOSES, 2021

Sculpture,
Vondelpark

map

Moses
To visit in the Vondelpark 25 July - 1 October 2021

Atelier Van Lieshout’s sculptures always start with the sketches Joep van Lieshout makes hundreds of every month. Over the past six years, a rhino increasingly kept cropping up. Van Lieshout saw himself in it. He also only has two modes: rest and contemplation or relentless forward motion.
The sculpture he subsequently created of a giant rhino with a labyrinthine structure drilled into it ended up in his studio due to the Covid-19 pandemic and the postponement of KadS. Van Lieshout used the lockdown to turn out dozens of sculptures at high speed, often with Christian themes. The descents from the cross and the last supper depict and comment on the values of human existence that were so constrained by the virus.
Surrounded by religious iconography Van Lieshout suddenly realised: that rhino is the place for Moses, the prophet who led the Jews to the promised land and received God’s ten commandments on Mount Sinai. He fitted the sculpture with a heavy, armoured door that locks from the inside so you can hide in the belly of the beast. Once rejuvenated, you can come storming out with your own version of the stone tablets.
However, the sculpture isn’t just for solo use. It provides room for four or five people. Metal rings on the wall suggest hedonistic rituals could take place. The sculpture’s bronze appearance reinforces the impression of it being an idol. Typical for Atelier Van Lieshout’s tendency to be ambiguous, the rhino is an armoured warrior and a sacrificial animal in one. An incubator for high ideals and a breeding ground for the most base instincts.

Atelier Van Lieshout, the studio founded by Joep van Lieshout (1963) in 1995, operates on the intersection of art, design and architecture. His work can be found in museum collections around the world. Joep Van Lieshout has won various prizes including the Charlotte Köhler Prijs [young talent prize] and the Kurt Schwitters Award.

----------

Mozes
Te bezoeken in het Vondelpark 25 juli - 1 oktober 2021

De beelden van Atelier Van Lieshout beginnen altijd met de schetsen waarvan Joep van Lieshout er iedere maand honderden maakt. De afgelopen zes jaar dook tussen de tekeningen steeds vaker een neushoorn op. Van Lieshout herkende zichzelf erin. Ook hij heeft maar twee standen: rust en contemplatie of onvermoeibaar doordenderen.
Het beeld dat hij vervolgens maakte, een reusachtige neushoorn waar hij een labyrintachtige structuur in boorde, belandde door het uitbreken van de coronapandemie en het uitstellen van KadS in zijn atelier. Van Lieshout gebruikte de lockdown om in koortsachtig tempo tientallen sculpturen te produceren, vaak met christelijke thematiek. De kruisafnames en weergaves van het laatste avondmaal zijn een verbeelding van en commentaar op de waarden van het menselijke bestaan, dat door de virusuitbraak zo aan banden was gelegd.
Omringd door religieuze beeldtaal wist Van Lieshout plots: die neushoorn is de plek voor Mozes, de profeet die de Joden naar het beloofde land leidde en op de berg Sinaï de tien geboden van God ontving. Hij voorzag het beeld van een zware pantserdeur die van binnenuit afsluitbaar is zodat je je in de neushoornbuik kan terugtrekken. Eenmaal weer opgeladen kom je naar buiten gestormd met je eigen versie van de stenen tafelen.
Maar het beeld is niet alleen voor solistisch gebruik. Het biedt plaats aan vier, vijf personen. Metalen ringen aan de wand suggereren de hedonistische rituelen die hier kunnen plaatsvinden. Het bronskleurig materiaal waar het sculptuur van gemaakt is, versterkt de indruk van een afgodsbeeld. Typerend voor Atelier Van Lieshouts hang naar ambiguïteit is de neushoorn gepantserde krijger en offerdier ineen. Het is een incubator voor hooggestemde idealen en een broeinest voor de meest basale instincten.

Atelier Van Lieshout is de in 1995 opgerichte studio van Joep van Lieshout (1963). Van Lieshout opereert op de grens van kunst, design en architectuur. Zijn werk is opgenomen in museumcollecties wereldwijd. Hij won diverse prijzen, waaronder de Charlotte Köhler Prijs en Kurt Schwitters Award.

Atelier Van Lieshout (NL) MOSES, 2021

Sculpture,
Vondelpark

map

Moses
To visit in the Vondelpark 25 July - 1 October 2021

Atelier Van Lieshout’s sculptures always start with the sketches Joep van Lieshout makes hundreds of every month. Over the past six years, a rhino increasingly kept cropping up. Van Lieshout saw himself in it. He also only has two modes: rest and contemplation or relentless forward motion.
The sculpture he subsequently created of a giant rhino with a labyrinthine structure drilled into it ended up in his studio due to the Covid-19 pandemic and the postponement of KadS. Van Lieshout used the lockdown to turn out dozens of sculptures at high speed, often with Christian themes. The descents from the cross and the last supper depict and comment on the values of human existence that were so constrained by the virus.
Surrounded by religious iconography Van Lieshout suddenly realised: that rhino is the place for Moses, the prophet who led the Jews to the promised land and received God’s ten commandments on Mount Sinai. He fitted the sculpture with a heavy, armoured door that locks from the inside so you can hide in the belly of the beast. Once rejuvenated, you can come storming out with your own version of the stone tablets.
However, the sculpture isn’t just for solo use. It provides room for four or five people. Metal rings on the wall suggest hedonistic rituals could take place. The sculpture’s bronze appearance reinforces the impression of it being an idol. Typical for Atelier Van Lieshout’s tendency to be ambiguous, the rhino is an armoured warrior and a sacrificial animal in one. An incubator for high ideals and a breeding ground for the most base instincts.

Atelier Van Lieshout, the studio founded by Joep van Lieshout (1963) in 1995, operates on the intersection of art, design and architecture. His work can be found in museum collections around the world. Joep Van Lieshout has won various prizes including the Charlotte Köhler Prijs [young talent prize] and the Kurt Schwitters Award.

----------

Mozes
Te bezoeken in het Vondelpark 25 juli - 1 oktober 2021

De beelden van Atelier Van Lieshout beginnen altijd met de schetsen waarvan Joep van Lieshout er iedere maand honderden maakt. De afgelopen zes jaar dook tussen de tekeningen steeds vaker een neushoorn op. Van Lieshout herkende zichzelf erin. Ook hij heeft maar twee standen: rust en contemplatie of onvermoeibaar doordenderen.
Het beeld dat hij vervolgens maakte, een reusachtige neushoorn waar hij een labyrintachtige structuur in boorde, belandde door het uitbreken van de coronapandemie en het uitstellen van KadS in zijn atelier. Van Lieshout gebruikte de lockdown om in koortsachtig tempo tientallen sculpturen te produceren, vaak met christelijke thematiek. De kruisafnames en weergaves van het laatste avondmaal zijn een verbeelding van en commentaar op de waarden van het menselijke bestaan, dat door de virusuitbraak zo aan banden was gelegd.
Omringd door religieuze beeldtaal wist Van Lieshout plots: die neushoorn is de plek voor Mozes, de profeet die de Joden naar het beloofde land leidde en op de berg Sinaï de tien geboden van God ontving. Hij voorzag het beeld van een zware pantserdeur die van binnenuit afsluitbaar is zodat je je in de neushoornbuik kan terugtrekken. Eenmaal weer opgeladen kom je naar buiten gestormd met je eigen versie van de stenen tafelen.
Maar het beeld is niet alleen voor solistisch gebruik. Het biedt plaats aan vier, vijf personen. Metalen ringen aan de wand suggereren de hedonistische rituelen die hier kunnen plaatsvinden. Het bronskleurig materiaal waar het sculptuur van gemaakt is, versterkt de indruk van een afgodsbeeld. Typerend voor Atelier Van Lieshouts hang naar ambiguïteit is de neushoorn gepantserde krijger en offerdier ineen. Het is een incubator voor hooggestemde idealen en een broeinest voor de meest basale instincten.

Atelier Van Lieshout is de in 1995 opgerichte studio van Joep van Lieshout (1963). Van Lieshout opereert op de grens van kunst, design en architectuur. Zijn werk is opgenomen in museumcollecties wereldwijd. Hij won diverse prijzen, waaronder de Charlotte Köhler Prijs en Kurt Schwitters Award.

Circus Andersom (NL) HET LOKET, 2021

Installation,
Hoofdorpplein

map

Het Loket

Over the past 18 months we have been overwhelmed by a deluge of rules and regulations, more than ever before. They were dreamt up with the best intentions and saved us from economic meltdown. However, all these interventions and directives also made us complacent. Perhaps – unnoticed – we have become somewhat people-shy and dependent on the government to regulate our lives in our quarantine bubbles.
Circus Andersom [Circus Topsy-turvy] wants to change all that and re-activate civil initiative. No more waiting for instructions from the top, but fixing what’s wrong ourselves. At Het Loket [the desk] anyone can drop off their problems or, alternately, provide solutions.
Perhaps the contributions on either side of the sculpture will align, but there’s no guarantee of that. It is mainly about the exchange between giving and taking. Contradiction can and is permitted to develop. Because – only two poles can generate energy – says Circus Andersom. That energy is the essence of the neighbourhood, the collective neighbourhood body.
Circus Andersom refers to its method as ‘physical philosophy’, but ‘practical philosophy’ is an equally apt way of putting it. The latter entails thinking by doing using public spaces as an arena for action. The collective aims to create wrichting, a Dutch neologism and portmanteau combining wrenching and direction, whose opposite is immediately clear and points the way. Wrichting is about anchoring, reinforcing and expanding knowledge. It’s about treating each other and ourselves with more care; with more attention to the fears and desires that accompany life and living together.
Het Loket can act as a point of departure for all this. Here the neighbourhood’s inhabitants and passers-by can meet, welcome, question and answer one another. Equal parts monumental question mark, invitation and exclamation mark.

Circus Andersom calls itself an ‘organisation of disruptive connection’. The five-person collective arose from Circus Engelbregt, that creative director Martijn Engelbregt founded in 1996. Their change-oriented festivals, poster campaigns, door-to-door campaigns or interventions deal with subjects such as loneliness, intimacy and poverty.

'Het Loket' has been made possible with the financial support of Stadsdeel Zuid - Gemeente Amsterdam and Het Amsterdamsche Fonds.

----------

Het Loket

Meer dan ooit zijn we de afgelopen anderhalf jaar overvoerd met regels en regelingen. Ze zijn bedacht met de beste bedoelingen en hebben ons behoed voor een economische meltdown. Maar al die ingrepen en directieven hebben ons ook afwachtend gemaakt. Misschien zijn we ongemerkt in onze quarantainebubbel een beetje mensenschuw geworden en afhankelijk van de overheid om ons leven te reguleren.
Circus Andersom wil daar verandering in brengen en het initiatief van burgers weer activeren. Niet wachten op instructies van bovenaf, maar gewoon zelf repareren wat mis is. Bij Het Loket kan iedereen die dat wil zijn problemen deponeren of juist oplossingen aandragen.
Misschien sluiten de bijdragen van beide kanten van het sculptuur op elkaar aan, maar noodzakelijk is dat niet. Het gaat hier vooral om de wisselwerking van geven en nemen. Tegenspraak kan en mag ontstaan. Want alleen met twee polen kun je energie opwekken, stelt Circus Andersom. En die energie, dat is het wezen van de wijk, het collectieve buurtlichaam.
Circus Andersom noemt zijn werkwijze ‘fysieke filosofie’, maar ‘praktische filosofie’ kan ook. Het is denken door te doen, met de openbare ruimte als arena voor actie. Het collectief wil zorgen voor ‘wrichting’, een neologisme waarvan het tegendeel direct een beeld oplevert en de weg wijst. Wrichting gaat over verankeren, versterken en verdiepen. Het gaat over zorgvuldiger omgaan met elkaar en onszelf, met meer aandacht voor de angsten en verlangens die horen bij leven en samenleven.
Het Loket kan daarvoor een startpunt zijn. Hier kunnen buurtbewoners en passanten elkaar tegenkomen, verwelkomen, bevragen en antwoorden. Het is tegelijkertijd een monumentaal vraagteken, uitnodiging en uitroepteken.

Circus Andersom noemt zichzelf een ‘verbindende ontregelingsorganisatie’. Het vijfkoppige collectief komt voort uit Circus Engelbregt, dat creatief directeur Martijn Engelbregt in 1996 oprichtte. Hun veranderingsgerichte festivals, postercampagnes, huis-aan-huisacties of interventies gaan over onderwerpen als eenzaamheid, intimiteit en armoede.

'Het Loket' wordt mogelijk gemaakt dankzij de financiële steun van Stadsdeel Zuid - Gemeente Amsterdam en Het Amsterdamsche Fonds.

Circus Andersom (NL) HET LOKET, 2021

Installation,
Hoofdorpplein

map

Het Loket

Over the past 18 months we have been overwhelmed by a deluge of rules and regulations, more than ever before. They were dreamt up with the best intentions and saved us from economic meltdown. However, all these interventions and directives also made us complacent. Perhaps – unnoticed – we have become somewhat people-shy and dependent on the government to regulate our lives in our quarantine bubbles.
Circus Andersom [Circus Topsy-turvy] wants to change all that and re-activate civil initiative. No more waiting for instructions from the top, but fixing what’s wrong ourselves. At Het Loket [the desk] anyone can drop off their problems or, alternately, provide solutions.
Perhaps the contributions on either side of the sculpture will align, but there’s no guarantee of that. It is mainly about the exchange between giving and taking. Contradiction can and is permitted to develop. Because – only two poles can generate energy – says Circus Andersom. That energy is the essence of the neighbourhood, the collective neighbourhood body.
Circus Andersom refers to its method as ‘physical philosophy’, but ‘practical philosophy’ is an equally apt way of putting it. The latter entails thinking by doing using public spaces as an arena for action. The collective aims to create wrichting, a Dutch neologism and portmanteau combining wrenching and direction, whose opposite is immediately clear and points the way. Wrichting is about anchoring, reinforcing and expanding knowledge. It’s about treating each other and ourselves with more care; with more attention to the fears and desires that accompany life and living together.
Het Loket can act as a point of departure for all this. Here the neighbourhood’s inhabitants and passers-by can meet, welcome, question and answer one another. Equal parts monumental question mark, invitation and exclamation mark.

Circus Andersom calls itself an ‘organisation of disruptive connection’. The five-person collective arose from Circus Engelbregt, that creative director Martijn Engelbregt founded in 1996. Their change-oriented festivals, poster campaigns, door-to-door campaigns or interventions deal with subjects such as loneliness, intimacy and poverty.

'Het Loket' has been made possible with the financial support of Stadsdeel Zuid - Gemeente Amsterdam and Het Amsterdamsche Fonds.

----------

Het Loket

Meer dan ooit zijn we de afgelopen anderhalf jaar overvoerd met regels en regelingen. Ze zijn bedacht met de beste bedoelingen en hebben ons behoed voor een economische meltdown. Maar al die ingrepen en directieven hebben ons ook afwachtend gemaakt. Misschien zijn we ongemerkt in onze quarantainebubbel een beetje mensenschuw geworden en afhankelijk van de overheid om ons leven te reguleren.
Circus Andersom wil daar verandering in brengen en het initiatief van burgers weer activeren. Niet wachten op instructies van bovenaf, maar gewoon zelf repareren wat mis is. Bij Het Loket kan iedereen die dat wil zijn problemen deponeren of juist oplossingen aandragen.
Misschien sluiten de bijdragen van beide kanten van het sculptuur op elkaar aan, maar noodzakelijk is dat niet. Het gaat hier vooral om de wisselwerking van geven en nemen. Tegenspraak kan en mag ontstaan. Want alleen met twee polen kun je energie opwekken, stelt Circus Andersom. En die energie, dat is het wezen van de wijk, het collectieve buurtlichaam.
Circus Andersom noemt zijn werkwijze ‘fysieke filosofie’, maar ‘praktische filosofie’ kan ook. Het is denken door te doen, met de openbare ruimte als arena voor actie. Het collectief wil zorgen voor ‘wrichting’, een neologisme waarvan het tegendeel direct een beeld oplevert en de weg wijst. Wrichting gaat over verankeren, versterken en verdiepen. Het gaat over zorgvuldiger omgaan met elkaar en onszelf, met meer aandacht voor de angsten en verlangens die horen bij leven en samenleven.
Het Loket kan daarvoor een startpunt zijn. Hier kunnen buurtbewoners en passanten elkaar tegenkomen, verwelkomen, bevragen en antwoorden. Het is tegelijkertijd een monumentaal vraagteken, uitnodiging en uitroepteken.

Circus Andersom noemt zichzelf een ‘verbindende ontregelingsorganisatie’. Het vijfkoppige collectief komt voort uit Circus Engelbregt, dat creatief directeur Martijn Engelbregt in 1996 oprichtte. Hun veranderingsgerichte festivals, postercampagnes, huis-aan-huisacties of interventies gaan over onderwerpen als eenzaamheid, intimiteit en armoede.

'Het Loket' wordt mogelijk gemaakt dankzij de financiële steun van Stadsdeel Zuid - Gemeente Amsterdam en Het Amsterdamsche Fonds.

Eduardo Guerrero (ES) IN-SITU, 2021

Performance - August 8,
Vondelkerk

map

IN – SITU

Eduardo Guerrero lets his feet do the talking and the Vondelkerk [church] answers using its walls and roof. A rattling phrase resounds, blends with itself, doubles, amplifies, then gently dies away. In this way, Guerrero feels his way around the space where, until 1977, parishioners listened to the priest’s sermon and opened themselves to god’s word. The dancer will transform the church into an architectural sounding box that responds to the message his body composes. The communal and personal interiors converse.
Guerrero speaks the universal language of flamenco. He respects the deep-rooted tradition of the art form that developed in Andalusia, southern Spain well over two centuries ago. However, it is also an unfettered art, he emphasises, which cannot and should not be domesticated. Only innovation keeps this form of communication vibrant and relevant. Guerrero seeks out innovation in mixing and combining with other forms of art. This has led to a unique style that always centres on the relationship with space.
IN - SITU consists of a series of small movements, brief statements that end in a question or exclamation mark. Guerrero layers them which creates a hypnotic cadence that pulls viewers in. He does not relate a linear story, with a beginning and end, but formulates an exploration from constantly changing perspectives. A complete narrative develops; gradually, intuitively.
Guerrero’s goal is to generate a stream of emotions which make viewers redefine and re-comprehend their relationships with their own bodies as well as the space they are in. The aim: to unify body, mind and spirit.

Eduardo Guerrero (1983) has been dancing since he was six. He studied Spanish dance at the conservatory of Cadiz and followed this up with contemporary and classical dance. He tours the world and was awarded the Desplante Dance Prize of the Flamenco Festival de la Union in 2013.

August 8, 20.00 - 20.45
Vondelkerk: Vondelstraat 120, 1054 GS Amsterdam
Free entrance with reservation:
https://www.eventbrite.nl/e/tickets-in-situ-dance-performance-eduardo-guerrero-kads-164462266065

----------

IN-SITU

Eduardo Guerrero praat met zijn voeten en de Vondelkerk antwoordt via de wanden en het dak. Een ratelende frase weerkaatst, vermengt met zichzelf, verdubbelt, versterkt en sterft voorzichtig weg. Zo tast Guerrero de ruimte af waar tot 1977 parochianen luisterden naar de preek van de pastoor en zich open stelden voor het woord Gods. De danser transformeert de kerk tot een architectonische klankkast die reageert op de boodschap die hij met zijn lichaam formuleert. De gemeenschappelijke binnenruimte gaat in gesprek met het persoonlijke interieur.
Guerrero spreekt de universele taal van flamenco. Hij respecteert de diepgewortelde traditie van de kunstvorm die ruim tweeëneenhalve eeuw geleden ontstond in het Zuid-Spaanse Andalusië. Maar het is ook een vrije kunstvorm, benadrukt hij, die je niet kan of mag domesticeren. Alleen door vernieuwing blijft deze communicatievorm vitaal en relevant. Guerrero zoekt de innovatie in vermenging en combinatie met andere kunstvormen. Dat levert een unieke stijl op waarin de relatie tot de ruimte altijd centraal staat.
IN-SITU is opgebouwd uit een serie kleine bewegingen, korte statements die eindigen in een vraag- of uitroepteken. Guerrero legt ze laag over laag waardoor een hypnotiserende cadans ontstaat die de kijker naar binnen trekt. Hij vertelt geen lineair verhaal met kop en staart, maar formuleert een verkenning vanuit telkens een ander standpunt. Gaandeweg ontstaat op intuïtieve wijze een compleet verhaal.
Guerrero stelt zich als doel een stroom emoties op te wekken, waardoor kijkers de relatie tussen hun eigen lichaam en de ruimte waar zij zich in begeven opnieuw definiëren en anders begrijpen. Het gaat om een vereniging van lichaam, geest en ziel.

Eduardo Guerrero (1983) danst al vanaf zijn zesde. Hij studeerde Spaanse dans aan het conservatorium van Cadiz en daarna hedendaagse en klassieke dans. Hij tourt wereldwijd en werd in 2013 onderscheiden met de Desplante dansprijs van het Flamenco Festival de la Union.

8 augustus, 20.00 - 20.45
Vondelkerk: Vondelstraat 120, 1054 GS Amsterdam
Gratis toegang met reservering:
https://www.eventbrite.nl/e/tickets-in-situ-dance-performance-eduardo-guerrero-kads-164462266065

Eduardo Guerrero (ES) IN-SITU, 2021

Performance - August 8,
Vondelkerk

map

IN – SITU

Eduardo Guerrero lets his feet do the talking and the Vondelkerk [church] answers using its walls and roof. A rattling phrase resounds, blends with itself, doubles, amplifies, then gently dies away. In this way, Guerrero feels his way around the space where, until 1977, parishioners listened to the priest’s sermon and opened themselves to god’s word. The dancer will transform the church into an architectural sounding box that responds to the message his body composes. The communal and personal interiors converse.
Guerrero speaks the universal language of flamenco. He respects the deep-rooted tradition of the art form that developed in Andalusia, southern Spain well over two centuries ago. However, it is also an unfettered art, he emphasises, which cannot and should not be domesticated. Only innovation keeps this form of communication vibrant and relevant. Guerrero seeks out innovation in mixing and combining with other forms of art. This has led to a unique style that always centres on the relationship with space.
IN - SITU consists of a series of small movements, brief statements that end in a question or exclamation mark. Guerrero layers them which creates a hypnotic cadence that pulls viewers in. He does not relate a linear story, with a beginning and end, but formulates an exploration from constantly changing perspectives. A complete narrative develops; gradually, intuitively.
Guerrero’s goal is to generate a stream of emotions which make viewers redefine and re-comprehend their relationships with their own bodies as well as the space they are in. The aim: to unify body, mind and spirit.

Eduardo Guerrero (1983) has been dancing since he was six. He studied Spanish dance at the conservatory of Cadiz and followed this up with contemporary and classical dance. He tours the world and was awarded the Desplante Dance Prize of the Flamenco Festival de la Union in 2013.

August 8, 20.00 - 20.45
Vondelkerk: Vondelstraat 120, 1054 GS Amsterdam
Free entrance with reservation:
https://www.eventbrite.nl/e/tickets-in-situ-dance-performance-eduardo-guerrero-kads-164462266065

----------

IN-SITU

Eduardo Guerrero praat met zijn voeten en de Vondelkerk antwoordt via de wanden en het dak. Een ratelende frase weerkaatst, vermengt met zichzelf, verdubbelt, versterkt en sterft voorzichtig weg. Zo tast Guerrero de ruimte af waar tot 1977 parochianen luisterden naar de preek van de pastoor en zich open stelden voor het woord Gods. De danser transformeert de kerk tot een architectonische klankkast die reageert op de boodschap die hij met zijn lichaam formuleert. De gemeenschappelijke binnenruimte gaat in gesprek met het persoonlijke interieur.
Guerrero spreekt de universele taal van flamenco. Hij respecteert de diepgewortelde traditie van de kunstvorm die ruim tweeëneenhalve eeuw geleden ontstond in het Zuid-Spaanse Andalusië. Maar het is ook een vrije kunstvorm, benadrukt hij, die je niet kan of mag domesticeren. Alleen door vernieuwing blijft deze communicatievorm vitaal en relevant. Guerrero zoekt de innovatie in vermenging en combinatie met andere kunstvormen. Dat levert een unieke stijl op waarin de relatie tot de ruimte altijd centraal staat.
IN-SITU is opgebouwd uit een serie kleine bewegingen, korte statements die eindigen in een vraag- of uitroepteken. Guerrero legt ze laag over laag waardoor een hypnotiserende cadans ontstaat die de kijker naar binnen trekt. Hij vertelt geen lineair verhaal met kop en staart, maar formuleert een verkenning vanuit telkens een ander standpunt. Gaandeweg ontstaat op intuïtieve wijze een compleet verhaal.
Guerrero stelt zich als doel een stroom emoties op te wekken, waardoor kijkers de relatie tussen hun eigen lichaam en de ruimte waar zij zich in begeven opnieuw definiëren en anders begrijpen. Het gaat om een vereniging van lichaam, geest en ziel.

Eduardo Guerrero (1983) danst al vanaf zijn zesde. Hij studeerde Spaanse dans aan het conservatorium van Cadiz en daarna hedendaagse en klassieke dans. Hij tourt wereldwijd en werd in 2013 onderscheiden met de Desplante dansprijs van het Flamenco Festival de la Union.

8 augustus, 20.00 - 20.45
Vondelkerk: Vondelstraat 120, 1054 GS Amsterdam
Gratis toegang met reservering:
https://www.eventbrite.nl/e/tickets-in-situ-dance-performance-eduardo-guerrero-kads-164462266065

Eduardo Guerrero (ES) IN-SITU, 2021

Performance - August 8,
Vondelkerk

map

IN – SITU

Eduardo Guerrero lets his feet do the talking and the Vondelkerk [church] answers using its walls and roof. A rattling phrase resounds, blends with itself, doubles, amplifies, then gently dies away. In this way, Guerrero feels his way around the space where, until 1977, parishioners listened to the priest’s sermon and opened themselves to god’s word. The dancer will transform the church into an architectural sounding box that responds to the message his body composes. The communal and personal interiors converse.
Guerrero speaks the universal language of flamenco. He respects the deep-rooted tradition of the art form that developed in Andalusia, southern Spain well over two centuries ago. However, it is also an unfettered art, he emphasises, which cannot and should not be domesticated. Only innovation keeps this form of communication vibrant and relevant. Guerrero seeks out innovation in mixing and combining with other forms of art. This has led to a unique style that always centres on the relationship with space.
IN - SITU consists of a series of small movements, brief statements that end in a question or exclamation mark. Guerrero layers them which creates a hypnotic cadence that pulls viewers in. He does not relate a linear story, with a beginning and end, but formulates an exploration from constantly changing perspectives. A complete narrative develops; gradually, intuitively.
Guerrero’s goal is to generate a stream of emotions which make viewers redefine and re-comprehend their relationships with their own bodies as well as the space they are in. The aim: to unify body, mind and spirit.

Eduardo Guerrero (1983) has been dancing since he was six. He studied Spanish dance at the conservatory of Cadiz and followed this up with contemporary and classical dance. He tours the world and was awarded the Desplante Dance Prize of the Flamenco Festival de la Union in 2013.

August 8, 20.00 - 20.45
Vondelkerk: Vondelstraat 120, 1054 GS Amsterdam
Free entrance with reservation:
https://www.eventbrite.nl/e/tickets-in-situ-dance-performance-eduardo-guerrero-kads-164462266065

----------

IN-SITU

Eduardo Guerrero praat met zijn voeten en de Vondelkerk antwoordt via de wanden en het dak. Een ratelende frase weerkaatst, vermengt met zichzelf, verdubbelt, versterkt en sterft voorzichtig weg. Zo tast Guerrero de ruimte af waar tot 1977 parochianen luisterden naar de preek van de pastoor en zich open stelden voor het woord Gods. De danser transformeert de kerk tot een architectonische klankkast die reageert op de boodschap die hij met zijn lichaam formuleert. De gemeenschappelijke binnenruimte gaat in gesprek met het persoonlijke interieur.
Guerrero spreekt de universele taal van flamenco. Hij respecteert de diepgewortelde traditie van de kunstvorm die ruim tweeëneenhalve eeuw geleden ontstond in het Zuid-Spaanse Andalusië. Maar het is ook een vrije kunstvorm, benadrukt hij, die je niet kan of mag domesticeren. Alleen door vernieuwing blijft deze communicatievorm vitaal en relevant. Guerrero zoekt de innovatie in vermenging en combinatie met andere kunstvormen. Dat levert een unieke stijl op waarin de relatie tot de ruimte altijd centraal staat.
IN-SITU is opgebouwd uit een serie kleine bewegingen, korte statements die eindigen in een vraag- of uitroepteken. Guerrero legt ze laag over laag waardoor een hypnotiserende cadans ontstaat die de kijker naar binnen trekt. Hij vertelt geen lineair verhaal met kop en staart, maar formuleert een verkenning vanuit telkens een ander standpunt. Gaandeweg ontstaat op intuïtieve wijze een compleet verhaal.
Guerrero stelt zich als doel een stroom emoties op te wekken, waardoor kijkers de relatie tussen hun eigen lichaam en de ruimte waar zij zich in begeven opnieuw definiëren en anders begrijpen. Het gaat om een vereniging van lichaam, geest en ziel.

Eduardo Guerrero (1983) danst al vanaf zijn zesde. Hij studeerde Spaanse dans aan het conservatorium van Cadiz en daarna hedendaagse en klassieke dans. Hij tourt wereldwijd en werd in 2013 onderscheiden met de Desplante dansprijs van het Flamenco Festival de la Union.

8 augustus, 20.00 - 20.45
Vondelkerk: Vondelstraat 120, 1054 GS Amsterdam
Gratis toegang met reservering:
https://www.eventbrite.nl/e/tickets-in-situ-dance-performance-eduardo-guerrero-kads-164462266065

Eduardo Guerrero (ES) IN-SITU, 2021

Performance - August 8,
Vondelkerk

map

IN – SITU

Eduardo Guerrero lets his feet do the talking and the Vondelkerk [church] answers using its walls and roof. A rattling phrase resounds, blends with itself, doubles, amplifies, then gently dies away. In this way, Guerrero feels his way around the space where, until 1977, parishioners listened to the priest’s sermon and opened themselves to god’s word. The dancer will transform the church into an architectural sounding box that responds to the message his body composes. The communal and personal interiors converse.
Guerrero speaks the universal language of flamenco. He respects the deep-rooted tradition of the art form that developed in Andalusia, southern Spain well over two centuries ago. However, it is also an unfettered art, he emphasises, which cannot and should not be domesticated. Only innovation keeps this form of communication vibrant and relevant. Guerrero seeks out innovation in mixing and combining with other forms of art. This has led to a unique style that always centres on the relationship with space.
IN - SITU consists of a series of small movements, brief statements that end in a question or exclamation mark. Guerrero layers them which creates a hypnotic cadence that pulls viewers in. He does not relate a linear story, with a beginning and end, but formulates an exploration from constantly changing perspectives. A complete narrative develops; gradually, intuitively.
Guerrero’s goal is to generate a stream of emotions which make viewers redefine and re-comprehend their relationships with their own bodies as well as the space they are in. The aim: to unify body, mind and spirit.

Eduardo Guerrero (1983) has been dancing since he was six. He studied Spanish dance at the conservatory of Cadiz and followed this up with contemporary and classical dance. He tours the world and was awarded the Desplante Dance Prize of the Flamenco Festival de la Union in 2013.

August 8, 20.00 - 20.45
Vondelkerk: Vondelstraat 120, 1054 GS Amsterdam
Free entrance with reservation:
https://www.eventbrite.nl/e/tickets-in-situ-dance-performance-eduardo-guerrero-kads-164462266065

----------

IN-SITU

Eduardo Guerrero praat met zijn voeten en de Vondelkerk antwoordt via de wanden en het dak. Een ratelende frase weerkaatst, vermengt met zichzelf, verdubbelt, versterkt en sterft voorzichtig weg. Zo tast Guerrero de ruimte af waar tot 1977 parochianen luisterden naar de preek van de pastoor en zich open stelden voor het woord Gods. De danser transformeert de kerk tot een architectonische klankkast die reageert op de boodschap die hij met zijn lichaam formuleert. De gemeenschappelijke binnenruimte gaat in gesprek met het persoonlijke interieur.
Guerrero spreekt de universele taal van flamenco. Hij respecteert de diepgewortelde traditie van de kunstvorm die ruim tweeëneenhalve eeuw geleden ontstond in het Zuid-Spaanse Andalusië. Maar het is ook een vrije kunstvorm, benadrukt hij, die je niet kan of mag domesticeren. Alleen door vernieuwing blijft deze communicatievorm vitaal en relevant. Guerrero zoekt de innovatie in vermenging en combinatie met andere kunstvormen. Dat levert een unieke stijl op waarin de relatie tot de ruimte altijd centraal staat.
IN-SITU is opgebouwd uit een serie kleine bewegingen, korte statements die eindigen in een vraag- of uitroepteken. Guerrero legt ze laag over laag waardoor een hypnotiserende cadans ontstaat die de kijker naar binnen trekt. Hij vertelt geen lineair verhaal met kop en staart, maar formuleert een verkenning vanuit telkens een ander standpunt. Gaandeweg ontstaat op intuïtieve wijze een compleet verhaal.
Guerrero stelt zich als doel een stroom emoties op te wekken, waardoor kijkers de relatie tussen hun eigen lichaam en de ruimte waar zij zich in begeven opnieuw definiëren en anders begrijpen. Het gaat om een vereniging van lichaam, geest en ziel.

Eduardo Guerrero (1983) danst al vanaf zijn zesde. Hij studeerde Spaanse dans aan het conservatorium van Cadiz en daarna hedendaagse en klassieke dans. Hij tourt wereldwijd en werd in 2013 onderscheiden met de Desplante dansprijs van het Flamenco Festival de la Union.

8 augustus, 20.00 - 20.45
Vondelkerk: Vondelstraat 120, 1054 GS Amsterdam
Gratis toegang met reservering:
https://www.eventbrite.nl/e/tickets-in-situ-dance-performance-eduardo-guerrero-kads-164462266065

Maarten Bel (NL) DE VONDELKABOUTER, 2021

Interventions,
Vondelpark

map

Present:
Saturday 4 september
Sunday 5 september - finissage

De Vondelkabouter
To be visited in the Vondelpark 25 July - 1 October 2021

As a joke, Maarten Bel asked a garden centre’s information desk whether the gnomes were life size. The staff member replied that they did not know, but would check for him. The unexpected answer to his smart-ass question, made him wonder whether he could re-ignite people’s belief in gnomes. After all, the mythical beings are often the first victims of approaching adulthood and a waning imagination.
At 1.96 metres tall, Bel doesn’t make a very believable gnome. Nevertheless, he will reside in the Vondelpark as Maarten de Vondelkabouter [Maarten the Vondel Gnome] complete with a jolly pointy hat and everything, during KadS 2021. His base will be a gigantic dented beer can marked ‘contents: 33,000 litres’. This is less fairy-tale than a red and white toadstool, yet perfectly suits the capital’s recreational areas.
Bel will invite passers-by to converse. He will also wander around trying to seduce them into activities that always end unexpectedly. For instance, people can search for small pointy hats bearing the contact details of gnomes looking for pen friends. Mushroom soup will be prepared for the park’s homeless. And there will be a street junk finding contest whereby various kinds of litter are awarded points on the basis of their rarity.
Bel views the Vondelpark as his canvas and himself as the weirdo that paints on it. Moreover, he acts as imagination’s ambassador that believing in gnomes is the perfect example of. He hopes to return park visitors to the child-like state in which everything is still possible and nothing too wild as well as one in which an oversized gnome isn’t so weird.

Maarten Bel (1987) studied at the Academie Sint Joost in Breda and the Piet Zwart Instituut in Rotterdam. His practice encompasses performances, TV programmes, publications, videos, animation, installations and educational projects, all of which question the status quo.

------

De Vondelkabouter
Te bezoeken in het Vondelpark 25 juli - 1 oktober 2021

Bij wijze van grap vroeg Maarten Bel bij de infobalie van een tuincentrum of de tuinkabouters op ware grootte waren. De medewerker zei het niet te weten maar zou het even navragen. Die onverwachte reactie op zijn bijdehante vraag deed hem afvragen of hij het geloof in kabouters nieuw leven kon inblazen. De mythische wezens zijn immers vaak het eerste slachtoffer van de volwassenwording en een afbrokkelende fantasie.
Met zijn 1,96 meter is Bel geen geloofwaardige gnoom. Toch zal hij tijdens KadS 2021 in het Vondelpark bivakkeren als Maarten de Vondelkabouter, met olijke puntmuts en al. Zijn uitvalsbasis is een reusachtig gedeukt bierblikje, met op de zijkant de specificatie ‘inhoud: 33.000 liter’. Dat is minder sprookjesachtig dan een paddenstoel, rood met witte stippen, maar past perfect bij het hoofdstedelijke recreatiegroen.
Bel nodigt voorbijgangers uit voor een gesprekje. Maar hij trekt er ook op uit om hen te verleiden tot activiteiten die altijd net anders verlopen dan verwacht. Zo kan er gezocht worden naar kleine puntmutsjes met de contactgegevens van kabouters die hunkeren naar een penvriend. Er wordt paddenstoelensoep gekookt voor de daklozen in het park. En er kan worden deelgenomen aan competitief jutten, waarbij verschillende typen zwerfvuil op basis van hun zeldzaamheid van punten worden voorzien.
Bel beschouwt het Vondelpark als zijn canvas en zichzelf als de rare kwast die erop schildert. Hij is bovenal een ambassadeur van de verbeelding, waarvan het geloof in kabouters het ultieme voorbeeld is. Hij hoopt parkbezoekers terug te brengen naar de kinderlijke staat waarin alles nog mogelijk is en niets te gek. En waarin een bovenmaatse kobold zo vreemd nog niet is.

Maarten Bel (1987) studeerde aan de academie Sint Joost in Breda en het Piet Zwart Instituut in Rotterdam. Zijn praktijk omvat performances, tv-programma’s, publicaties, video’s en animatie, installaties en educatieve projecten. Constante in die veelheid is het bevragen van de status quo.

Maarten Bel (NL) DE VONDELKABOUTER, 2021

Interventions,
Vondelpark

map

Present:
Saturday 4 september
Sunday 5 september - finissage

De Vondelkabouter
To be visited in the Vondelpark 25 July - 1 October 2021

As a joke, Maarten Bel asked a garden centre’s information desk whether the gnomes were life size. The staff member replied that they did not know, but would check for him. The unexpected answer to his smart-ass question, made him wonder whether he could re-ignite people’s belief in gnomes. After all, the mythical beings are often the first victims of approaching adulthood and a waning imagination.
At 1.96 metres tall, Bel doesn’t make a very believable gnome. Nevertheless, he will reside in the Vondelpark as Maarten de Vondelkabouter [Maarten the Vondel Gnome] complete with a jolly pointy hat and everything, during KadS 2021. His base will be a gigantic dented beer can marked ‘contents: 33,000 litres’. This is less fairy-tale than a red and white toadstool, yet perfectly suits the capital’s recreational areas.
Bel will invite passers-by to converse. He will also wander around trying to seduce them into activities that always end unexpectedly. For instance, people can search for small pointy hats bearing the contact details of gnomes looking for pen friends. Mushroom soup will be prepared for the park’s homeless. And there will be a street junk finding contest whereby various kinds of litter are awarded points on the basis of their rarity.
Bel views the Vondelpark as his canvas and himself as the weirdo that paints on it. Moreover, he acts as imagination’s ambassador that believing in gnomes is the perfect example of. He hopes to return park visitors to the child-like state in which everything is still possible and nothing too wild as well as one in which an oversized gnome isn’t so weird.

Maarten Bel (1987) studied at the Academie Sint Joost in Breda and the Piet Zwart Instituut in Rotterdam. His practice encompasses performances, TV programmes, publications, videos, animation, installations and educational projects, all of which question the status quo.

------

De Vondelkabouter
Te bezoeken in het Vondelpark 25 juli - 1 oktober 2021

Bij wijze van grap vroeg Maarten Bel bij de infobalie van een tuincentrum of de tuinkabouters op ware grootte waren. De medewerker zei het niet te weten maar zou het even navragen. Die onverwachte reactie op zijn bijdehante vraag deed hem afvragen of hij het geloof in kabouters nieuw leven kon inblazen. De mythische wezens zijn immers vaak het eerste slachtoffer van de volwassenwording en een afbrokkelende fantasie.
Met zijn 1,96 meter is Bel geen geloofwaardige gnoom. Toch zal hij tijdens KadS 2021 in het Vondelpark bivakkeren als Maarten de Vondelkabouter, met olijke puntmuts en al. Zijn uitvalsbasis is een reusachtig gedeukt bierblikje, met op de zijkant de specificatie ‘inhoud: 33.000 liter’. Dat is minder sprookjesachtig dan een paddenstoel, rood met witte stippen, maar past perfect bij het hoofdstedelijke recreatiegroen.
Bel nodigt voorbijgangers uit voor een gesprekje. Maar hij trekt er ook op uit om hen te verleiden tot activiteiten die altijd net anders verlopen dan verwacht. Zo kan er gezocht worden naar kleine puntmutsjes met de contactgegevens van kabouters die hunkeren naar een penvriend. Er wordt paddenstoelensoep gekookt voor de daklozen in het park. En er kan worden deelgenomen aan competitief jutten, waarbij verschillende typen zwerfvuil op basis van hun zeldzaamheid van punten worden voorzien.
Bel beschouwt het Vondelpark als zijn canvas en zichzelf als de rare kwast die erop schildert. Hij is bovenal een ambassadeur van de verbeelding, waarvan het geloof in kabouters het ultieme voorbeeld is. Hij hoopt parkbezoekers terug te brengen naar de kinderlijke staat waarin alles nog mogelijk is en niets te gek. En waarin een bovenmaatse kobold zo vreemd nog niet is.

Maarten Bel (1987) studeerde aan de academie Sint Joost in Breda en het Piet Zwart Instituut in Rotterdam. Zijn praktijk omvat performances, tv-programma’s, publicaties, video’s en animatie, installaties en educatieve projecten. Constante in die veelheid is het bevragen van de status quo.

Maarten Bel (NL) DE VONDELKABOUTER, 2021

Interventions,
Vondelpark

map

Present:
Saturday 4 september
Sunday 5 september - finissage

De Vondelkabouter
To be visited in the Vondelpark 25 July - 1 October 2021

As a joke, Maarten Bel asked a garden centre’s information desk whether the gnomes were life size. The staff member replied that they did not know, but would check for him. The unexpected answer to his smart-ass question, made him wonder whether he could re-ignite people’s belief in gnomes. After all, the mythical beings are often the first victims of approaching adulthood and a waning imagination.
At 1.96 metres tall, Bel doesn’t make a very believable gnome. Nevertheless, he will reside in the Vondelpark as Maarten de Vondelkabouter [Maarten the Vondel Gnome] complete with a jolly pointy hat and everything, during KadS 2021. His base will be a gigantic dented beer can marked ‘contents: 33,000 litres’. This is less fairy-tale than a red and white toadstool, yet perfectly suits the capital’s recreational areas.
Bel will invite passers-by to converse. He will also wander around trying to seduce them into activities that always end unexpectedly. For instance, people can search for small pointy hats bearing the contact details of gnomes looking for pen friends. Mushroom soup will be prepared for the park’s homeless. And there will be a street junk finding contest whereby various kinds of litter are awarded points on the basis of their rarity.
Bel views the Vondelpark as his canvas and himself as the weirdo that paints on it. Moreover, he acts as imagination’s ambassador that believing in gnomes is the perfect example of. He hopes to return park visitors to the child-like state in which everything is still possible and nothing too wild as well as one in which an oversized gnome isn’t so weird.

Maarten Bel (1987) studied at the Academie Sint Joost in Breda and the Piet Zwart Instituut in Rotterdam. His practice encompasses performances, TV programmes, publications, videos, animation, installations and educational projects, all of which question the status quo.

------

De Vondelkabouter
Te bezoeken in het Vondelpark 25 juli - 1 oktober 2021

Bij wijze van grap vroeg Maarten Bel bij de infobalie van een tuincentrum of de tuinkabouters op ware grootte waren. De medewerker zei het niet te weten maar zou het even navragen. Die onverwachte reactie op zijn bijdehante vraag deed hem afvragen of hij het geloof in kabouters nieuw leven kon inblazen. De mythische wezens zijn immers vaak het eerste slachtoffer van de volwassenwording en een afbrokkelende fantasie.
Met zijn 1,96 meter is Bel geen geloofwaardige gnoom. Toch zal hij tijdens KadS 2021 in het Vondelpark bivakkeren als Maarten de Vondelkabouter, met olijke puntmuts en al. Zijn uitvalsbasis is een reusachtig gedeukt bierblikje, met op de zijkant de specificatie ‘inhoud: 33.000 liter’. Dat is minder sprookjesachtig dan een paddenstoel, rood met witte stippen, maar past perfect bij het hoofdstedelijke recreatiegroen.
Bel nodigt voorbijgangers uit voor een gesprekje. Maar hij trekt er ook op uit om hen te verleiden tot activiteiten die altijd net anders verlopen dan verwacht. Zo kan er gezocht worden naar kleine puntmutsjes met de contactgegevens van kabouters die hunkeren naar een penvriend. Er wordt paddenstoelensoep gekookt voor de daklozen in het park. En er kan worden deelgenomen aan competitief jutten, waarbij verschillende typen zwerfvuil op basis van hun zeldzaamheid van punten worden voorzien.
Bel beschouwt het Vondelpark als zijn canvas en zichzelf als de rare kwast die erop schildert. Hij is bovenal een ambassadeur van de verbeelding, waarvan het geloof in kabouters het ultieme voorbeeld is. Hij hoopt parkbezoekers terug te brengen naar de kinderlijke staat waarin alles nog mogelijk is en niets te gek. En waarin een bovenmaatse kobold zo vreemd nog niet is.

Maarten Bel (1987) studeerde aan de academie Sint Joost in Breda en het Piet Zwart Instituut in Rotterdam. Zijn praktijk omvat performances, tv-programma’s, publicaties, video’s en animatie, installaties en educatieve projecten. Constante in die veelheid is het bevragen van de status quo.

Manon Van Hoeckel- De Reuringdienst (NL) VAARWELKOM, 2021

Installation,
Zeilbrug

map

FAREWELCOME!

Railway level crossings have been tunnelled under, if you consult your doctor online you can skip the waiting room and thanks to self-scanning, we never have to queue at the supermarket anymore. The bascule bridge is one of the few places that you still have to wait in public spaces, that hasn’t been ‘designed away’. As soon as the barrier comes down and the bell sounds, waiting is the only option. The perfect opportunity to address a stranger and come into contact with someone outside your bubble.
Social designer Manon van Hoeckel’s work always focuses on the above type of interaction; the unexpected meeting. By setting up a launderette at Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam, she encouraged dialogue to develop between locals and art lovers. In Eindhoven she delivered apple pies to 50 addresses bearing the message that the neighbours wanted the plate back afterwards.
After months of lockdown, this sort of contact is slowly becoming an option again, however experiencing proximity is still so unnerving now that not everyone has been vaccinated yet. In cooperation with De Reuringdienst – the latter’s goal being to re-design poorly thought out meeting places – Van Hoeckel has therefore visually enlarged the interaction.
A huge hand has been installed on the railing adjacent to the bridge which passers-by can put in motion with a turning motion. It is one great big welcome to the people on the opposite bank, the boats passing by and the future which can’t start soon enough. The hand holds a handkerchief like the ones familiar from films about emigrants. We are also waving farewell here, saying goodbye to people and the recent past, when hands were dirty and potentially dangerous, and had to keep being washed.

Manon van Hoeckel (1990) studied at the Design Academy Eindhoven. She has exhibited at venues including at Museum Boijmans Van Beuningen and during events such as the Salone di Mobile in Milan. She won the Connector Ring 2014 and the Dutch Design Award | Young Talent 2018.

-------

VAARWELKOM!

Spoorwegovergangen worden ondertunneld, bij een online huisartsenconsult kun je de wachtkamer overslaan en door de zelfscanner hoeven we bij de supermarkt nooit meer in de rij te staan. De ophaalbrug is een van de weinige plekken waar je moet wachten in de openbare ruimte die niet is ‘wegontworpen’. Zodra de slagboom zakt en het signaal klinkt, is stilstaan de enige optie. Het is bij uitstek een moment om eens een onbekende aan te spreken en in contact te komen met iemand van buiten je bubbel.
Het werk van social designer Manon van Hoeckel is altijd gericht op dat soort interactie, de onverwachte ontmoeting. Door een wasserette in te richten in Museum Boijmans Van Beuningen bracht ze gesprekken op gang tussen buurtbewoners en kunstkijkers. En in Eindhoven bezorgde ze op vijftig adressen appeltaarten met de boodschap dat de buren wel het bord wilden terug hebben.
Dit soort contact is na maanden van lockdown langzaam weer mogelijk, maar nabijheid voelt nog altijd onwennig zolang niet iedereen is ingeënt. In samenwerking met De Reuringdienst, die zich tot doel stelt slecht vormgegeven ontmoetingsplekken te herontwerpen, heeft Van Hoeckel daarom de interactie visueel uitvergroot.
Aan de reling naast de brug staat een grote hand die voorbijgangers met een draaibeweging kunnen laten zwaaien. Het is een grote welkomstgroet naar de mensen aan de overkant, de boten die voorbij varen en de toekomst die niet snel genoeg kan beginnen. Aan de hand is een zakdoek toegevoegd zoals je ze ziet in films over emigranten. Er wordt hier ook uitgewuifd, afscheid genomen van mensen en het recente verleden, toen handen nog vies en potentieel gevaarlijk waren en voortdurend gewassen moesten worden.

Manon van Hoeckel (1990) studeerde aan de Design Academy Eindhoven. Zij exposeerde onder andere in Museum Boijmans Van Beuningen en tijdens de Salone di Mobile in Milaan. Ze won de Connector Ring 2014 en Dutch Design Award | Young Talent 2018.

Manon Van Hoeckel- De Reuringdienst (NL) VAARWELKOM, 2021

Installation,
Zeilbrug

map

FAREWELCOME!

Railway level crossings have been tunnelled under, if you consult your doctor online you can skip the waiting room and thanks to self-scanning, we never have to queue at the supermarket anymore. The bascule bridge is one of the few places that you still have to wait in public spaces, that hasn’t been ‘designed away’. As soon as the barrier comes down and the bell sounds, waiting is the only option. The perfect opportunity to address a stranger and come into contact with someone outside your bubble.
Social designer Manon van Hoeckel’s work always focuses on the above type of interaction; the unexpected meeting. By setting up a launderette at Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam, she encouraged dialogue to develop between locals and art lovers. In Eindhoven she delivered apple pies to 50 addresses bearing the message that the neighbours wanted the plate back afterwards.
After months of lockdown, this sort of contact is slowly becoming an option again, however experiencing proximity is still so unnerving now that not everyone has been vaccinated yet. In cooperation with De Reuringdienst – the latter’s goal being to re-design poorly thought out meeting places – Van Hoeckel has therefore visually enlarged the interaction.
A huge hand has been installed on the railing adjacent to the bridge which passers-by can put in motion with a turning motion. It is one great big welcome to the people on the opposite bank, the boats passing by and the future which can’t start soon enough. The hand holds a handkerchief like the ones familiar from films about emigrants. We are also waving farewell here, saying goodbye to people and the recent past, when hands were dirty and potentially dangerous, and had to keep being washed.

Manon van Hoeckel (1990) studied at the Design Academy Eindhoven. She has exhibited at venues including at Museum Boijmans Van Beuningen and during events such as the Salone di Mobile in Milan. She won the Connector Ring 2014 and the Dutch Design Award | Young Talent 2018.

-------

VAARWELKOM!

Spoorwegovergangen worden ondertunneld, bij een online huisartsenconsult kun je de wachtkamer overslaan en door de zelfscanner hoeven we bij de supermarkt nooit meer in de rij te staan. De ophaalbrug is een van de weinige plekken waar je moet wachten in de openbare ruimte die niet is ‘wegontworpen’. Zodra de slagboom zakt en het signaal klinkt, is stilstaan de enige optie. Het is bij uitstek een moment om eens een onbekende aan te spreken en in contact te komen met iemand van buiten je bubbel.
Het werk van social designer Manon van Hoeckel is altijd gericht op dat soort interactie, de onverwachte ontmoeting. Door een wasserette in te richten in Museum Boijmans Van Beuningen bracht ze gesprekken op gang tussen buurtbewoners en kunstkijkers. En in Eindhoven bezorgde ze op vijftig adressen appeltaarten met de boodschap dat de buren wel het bord wilden terug hebben.
Dit soort contact is na maanden van lockdown langzaam weer mogelijk, maar nabijheid voelt nog altijd onwennig zolang niet iedereen is ingeënt. In samenwerking met De Reuringdienst, die zich tot doel stelt slecht vormgegeven ontmoetingsplekken te herontwerpen, heeft Van Hoeckel daarom de interactie visueel uitvergroot.
Aan de reling naast de brug staat een grote hand die voorbijgangers met een draaibeweging kunnen laten zwaaien. Het is een grote welkomstgroet naar de mensen aan de overkant, de boten die voorbij varen en de toekomst die niet snel genoeg kan beginnen. Aan de hand is een zakdoek toegevoegd zoals je ze ziet in films over emigranten. Er wordt hier ook uitgewuifd, afscheid genomen van mensen en het recente verleden, toen handen nog vies en potentieel gevaarlijk waren en voortdurend gewassen moesten worden.

Manon van Hoeckel (1990) studeerde aan de Design Academy Eindhoven. Zij exposeerde onder andere in Museum Boijmans Van Beuningen en tijdens de Salone di Mobile in Milaan. Ze won de Connector Ring 2014 en Dutch Design Award | Young Talent 2018.

Maria Barnas (NL) NIGHT INK, 2021

documentary poem / performance,
Vondelpark

map

The work of Maria Barnas NIGHT INK has been temporarily removed due to circumstances.

Waterwords, poetry in an underwater park

Het Vondelpark was constructed atop peat meadows. As a result of the constant drainage required to prevent it from flooding, the soil has subsided considerably. There is two metre difference in elevation with the surrounding land. And the water keeps on rising, accelerated by climate change. The park is an Atlantis in the making.
Climate change is a threat generally kept comfortably at arm’s length by not thinking about it too much. In the poem Nachtinkt [night ink] Maria Barnas describes a dream-like world in which the rising waters are inescapable and people have learnt to cope. The trees in the park transformed into wafting seaweed.
The leads are Adrian, Bill, Tommy and Johnny, regulars at the park who Barnas met while on a stroll. They meet under the Van Baerlestraatbrug [bridge]. There they talk about their lives and try to guess the names of the trees around them. That none of them can accurately identify the flora speaks volumes to how far humans are now removed from nature.
Barnas chose a crooked weeping willow to hang 200 copies of her poem in. It’s a creepy tree, a shadow among the festive greenery, the night ink or nachtinkt from the title.
Passers-by can pick the poem. If they read it in situ they will realise that the lines and the reality around them overlap. Nachtinkt is a documentary poem comparable to Barnas’ prior work Binnenzee (2015), a walk in poetry. It doesn’t contemplate matters from some garret, but takes place in the here and now. It involves itself in the reality it describes and, in turn, the latter augments the text.

Maria Barnas (1973) is a poet, writer and artist. Text and images are equals in her work. She has written three novels and four essays. Her poetry debut Twee zonnen [Two Suns] (2003) won the C. Buddingh’-prijs [Dutch poetry prize]. This was to be followed by four more collections.

------

Het werk van Maria Barnas NIGHT INK is door omstandigheden tijdelijk verwijderd.

Waterwoorden, gedichten in een park onder water

Het Vondelpark is aangelegd op veenweidegrond. Door de constante drainage die nodig is om het niet te laten onderlopen, is de bodem door de jaren heen flink ingeklonken. Het hoogteverschil met de omliggende buurt is al twee meter. En het water blijft komen, extra aangejaagd door de klimaatverandering. Het park is een Atlantis in de maak.
Klimaatverandering is een dreiging die we doorgaans op leefbare afstand houden door er niet teveel aan te denken. In het gedicht Nachtinkt beschrijft Maria Barnas een dromerige wereld waarin het stijgende waterpeil onontkoombaar is en mensen ermee hebben leren omgaan. De bomen in het park zijn getransformeerd tot wuivend zeewier.
Hoofdpersonen zijn Adrian, Bill, Tommy en Johnny, vaste bezoekers van het park die Barnas tegenkwam tijdens een wandeling. Ze ontmoeten elkaar onder de Van Baerlestraatbrug. Daar vertellen ze over hun levens en gissen ze naar de namen van de bomen om hen heen. Dat geen van hen met zekerheid de flora weet te identificeren, zegt iets over hoe ver we van de natuur zijn afgedreven.
Barnas koos een scheef gegroeide treurwilg om haar gedicht in tweehonderdvoud in op te hangen. Het is een duistere boom, een schaduw tussen het opgetogen groen, de nachtinkt uit de titel.
Voorbijgangers kunnen het gedicht plukken. Als ze het ter plekke lezen, realiseren ze zich dat de regels en de realiteit om hen heen samenvallen. Nachtinkt is een documentair gedicht, vergelijkbaar met Barnas eerdere werk Binnenzee (2015), een wandeling in dichtvorm. Het reflecteert niet vanaf een zolderkamer, maar vindt plaats in het hier en nu. Het bemoeit zich met de werkelijkheid die het beschrijft en de werkelijkheid vult op haar beurt de tekst aan.

Maria Barnas (1973) is dichter, schrijver en beeldend kunstenaar. In haar werk zijn tekst en beeld gelijkwaardig. Ze schreef drie romans en vier essays. Haar poëziedebuut Twee zonnen (2003) werd bekroond met de C. Buddingh’-prijs. Daarna volgden nog vier bundels.

Maria Barnas (NL) NIGHT INK, 2021

documentary poem / performance,
Vondelpark

map

The work of Maria Barnas NIGHT INK has been temporarily removed due to circumstances.

Waterwords, poetry in an underwater park

Het Vondelpark was constructed atop peat meadows. As a result of the constant drainage required to prevent it from flooding, the soil has subsided considerably. There is two metre difference in elevation with the surrounding land. And the water keeps on rising, accelerated by climate change. The park is an Atlantis in the making.
Climate change is a threat generally kept comfortably at arm’s length by not thinking about it too much. In the poem Nachtinkt [night ink] Maria Barnas describes a dream-like world in which the rising waters are inescapable and people have learnt to cope. The trees in the park transformed into wafting seaweed.
The leads are Adrian, Bill, Tommy and Johnny, regulars at the park who Barnas met while on a stroll. They meet under the Van Baerlestraatbrug [bridge]. There they talk about their lives and try to guess the names of the trees around them. That none of them can accurately identify the flora speaks volumes to how far humans are now removed from nature.
Barnas chose a crooked weeping willow to hang 200 copies of her poem in. It’s a creepy tree, a shadow among the festive greenery, the night ink or nachtinkt from the title.
Passers-by can pick the poem. If they read it in situ they will realise that the lines and the reality around them overlap. Nachtinkt is a documentary poem comparable to Barnas’ prior work Binnenzee (2015), a walk in poetry. It doesn’t contemplate matters from some garret, but takes place in the here and now. It involves itself in the reality it describes and, in turn, the latter augments the text.

Maria Barnas (1973) is a poet, writer and artist. Text and images are equals in her work. She has written three novels and four essays. Her poetry debut Twee zonnen [Two Suns] (2003) won the C. Buddingh’-prijs [Dutch poetry prize]. This was to be followed by four more collections.

------

Het werk van Maria Barnas NIGHT INK is door omstandigheden tijdelijk verwijderd.

Waterwoorden, gedichten in een park onder water

Het Vondelpark is aangelegd op veenweidegrond. Door de constante drainage die nodig is om het niet te laten onderlopen, is de bodem door de jaren heen flink ingeklonken. Het hoogteverschil met de omliggende buurt is al twee meter. En het water blijft komen, extra aangejaagd door de klimaatverandering. Het park is een Atlantis in de maak.
Klimaatverandering is een dreiging die we doorgaans op leefbare afstand houden door er niet teveel aan te denken. In het gedicht Nachtinkt beschrijft Maria Barnas een dromerige wereld waarin het stijgende waterpeil onontkoombaar is en mensen ermee hebben leren omgaan. De bomen in het park zijn getransformeerd tot wuivend zeewier.
Hoofdpersonen zijn Adrian, Bill, Tommy en Johnny, vaste bezoekers van het park die Barnas tegenkwam tijdens een wandeling. Ze ontmoeten elkaar onder de Van Baerlestraatbrug. Daar vertellen ze over hun levens en gissen ze naar de namen van de bomen om hen heen. Dat geen van hen met zekerheid de flora weet te identificeren, zegt iets over hoe ver we van de natuur zijn afgedreven.
Barnas koos een scheef gegroeide treurwilg om haar gedicht in tweehonderdvoud in op te hangen. Het is een duistere boom, een schaduw tussen het opgetogen groen, de nachtinkt uit de titel.
Voorbijgangers kunnen het gedicht plukken. Als ze het ter plekke lezen, realiseren ze zich dat de regels en de realiteit om hen heen samenvallen. Nachtinkt is een documentair gedicht, vergelijkbaar met Barnas eerdere werk Binnenzee (2015), een wandeling in dichtvorm. Het reflecteert niet vanaf een zolderkamer, maar vindt plaats in het hier en nu. Het bemoeit zich met de werkelijkheid die het beschrijft en de werkelijkheid vult op haar beurt de tekst aan.

Maria Barnas (1973) is dichter, schrijver en beeldend kunstenaar. In haar werk zijn tekst en beeld gelijkwaardig. Ze schreef drie romans en vier essays. Haar poëziedebuut Twee zonnen (2003) werd bekroond met de C. Buddingh’-prijs. Daarna volgden nog vier bundels.

Maria Barnas (NL) NIGHT INK, 2021

documentary poem / performance,
Vondelpark

map

The work of Maria Barnas NIGHT INK has been temporarily removed due to circumstances.

Waterwords, poetry in an underwater park

Het Vondelpark was constructed atop peat meadows. As a result of the constant drainage required to prevent it from flooding, the soil has subsided considerably. There is two metre difference in elevation with the surrounding land. And the water keeps on rising, accelerated by climate change. The park is an Atlantis in the making.
Climate change is a threat generally kept comfortably at arm’s length by not thinking about it too much. In the poem Nachtinkt [night ink] Maria Barnas describes a dream-like world in which the rising waters are inescapable and people have learnt to cope. The trees in the park transformed into wafting seaweed.
The leads are Adrian, Bill, Tommy and Johnny, regulars at the park who Barnas met while on a stroll. They meet under the Van Baerlestraatbrug [bridge]. There they talk about their lives and try to guess the names of the trees around them. That none of them can accurately identify the flora speaks volumes to how far humans are now removed from nature.
Barnas chose a crooked weeping willow to hang 200 copies of her poem in. It’s a creepy tree, a shadow among the festive greenery, the night ink or nachtinkt from the title.
Passers-by can pick the poem. If they read it in situ they will realise that the lines and the reality around them overlap. Nachtinkt is a documentary poem comparable to Barnas’ prior work Binnenzee (2015), a walk in poetry. It doesn’t contemplate matters from some garret, but takes place in the here and now. It involves itself in the reality it describes and, in turn, the latter augments the text.

Maria Barnas (1973) is a poet, writer and artist. Text and images are equals in her work. She has written three novels and four essays. Her poetry debut Twee zonnen [Two Suns] (2003) won the C. Buddingh’-prijs [Dutch poetry prize]. This was to be followed by four more collections.

------

Het werk van Maria Barnas NIGHT INK is door omstandigheden tijdelijk verwijderd.

Waterwoorden, gedichten in een park onder water

Het Vondelpark is aangelegd op veenweidegrond. Door de constante drainage die nodig is om het niet te laten onderlopen, is de bodem door de jaren heen flink ingeklonken. Het hoogteverschil met de omliggende buurt is al twee meter. En het water blijft komen, extra aangejaagd door de klimaatverandering. Het park is een Atlantis in de maak.
Klimaatverandering is een dreiging die we doorgaans op leefbare afstand houden door er niet teveel aan te denken. In het gedicht Nachtinkt beschrijft Maria Barnas een dromerige wereld waarin het stijgende waterpeil onontkoombaar is en mensen ermee hebben leren omgaan. De bomen in het park zijn getransformeerd tot wuivend zeewier.
Hoofdpersonen zijn Adrian, Bill, Tommy en Johnny, vaste bezoekers van het park die Barnas tegenkwam tijdens een wandeling. Ze ontmoeten elkaar onder de Van Baerlestraatbrug. Daar vertellen ze over hun levens en gissen ze naar de namen van de bomen om hen heen. Dat geen van hen met zekerheid de flora weet te identificeren, zegt iets over hoe ver we van de natuur zijn afgedreven.
Barnas koos een scheef gegroeide treurwilg om haar gedicht in tweehonderdvoud in op te hangen. Het is een duistere boom, een schaduw tussen het opgetogen groen, de nachtinkt uit de titel.
Voorbijgangers kunnen het gedicht plukken. Als ze het ter plekke lezen, realiseren ze zich dat de regels en de realiteit om hen heen samenvallen. Nachtinkt is een documentair gedicht, vergelijkbaar met Barnas eerdere werk Binnenzee (2015), een wandeling in dichtvorm. Het reflecteert niet vanaf een zolderkamer, maar vindt plaats in het hier en nu. Het bemoeit zich met de werkelijkheid die het beschrijft en de werkelijkheid vult op haar beurt de tekst aan.

Maria Barnas (1973) is dichter, schrijver en beeldend kunstenaar. In haar werk zijn tekst en beeld gelijkwaardig. Ze schreef drie romans en vier essays. Haar poëziedebuut Twee zonnen (2003) werd bekroond met de C. Buddingh’-prijs. Daarna volgden nog vier bundels.

Maria Barnas (NL) NIGHT INK, 2021

documentary poem / performance,
Vondelpark

map

The work of Maria Barnas NIGHT INK has been temporarily removed due to circumstances.

Waterwords, poetry in an underwater park

Het Vondelpark was constructed atop peat meadows. As a result of the constant drainage required to prevent it from flooding, the soil has subsided considerably. There is two metre difference in elevation with the surrounding land. And the water keeps on rising, accelerated by climate change. The park is an Atlantis in the making.
Climate change is a threat generally kept comfortably at arm’s length by not thinking about it too much. In the poem Nachtinkt [night ink] Maria Barnas describes a dream-like world in which the rising waters are inescapable and people have learnt to cope. The trees in the park transformed into wafting seaweed.
The leads are Adrian, Bill, Tommy and Johnny, regulars at the park who Barnas met while on a stroll. They meet under the Van Baerlestraatbrug [bridge]. There they talk about their lives and try to guess the names of the trees around them. That none of them can accurately identify the flora speaks volumes to how far humans are now removed from nature.
Barnas chose a crooked weeping willow to hang 200 copies of her poem in. It’s a creepy tree, a shadow among the festive greenery, the night ink or nachtinkt from the title.
Passers-by can pick the poem. If they read it in situ they will realise that the lines and the reality around them overlap. Nachtinkt is a documentary poem comparable to Barnas’ prior work Binnenzee (2015), a walk in poetry. It doesn’t contemplate matters from some garret, but takes place in the here and now. It involves itself in the reality it describes and, in turn, the latter augments the text.

Maria Barnas (1973) is a poet, writer and artist. Text and images are equals in her work. She has written three novels and four essays. Her poetry debut Twee zonnen [Two Suns] (2003) won the C. Buddingh’-prijs [Dutch poetry prize]. This was to be followed by four more collections.

------

Het werk van Maria Barnas NIGHT INK is door omstandigheden tijdelijk verwijderd.

Waterwoorden, gedichten in een park onder water

Het Vondelpark is aangelegd op veenweidegrond. Door de constante drainage die nodig is om het niet te laten onderlopen, is de bodem door de jaren heen flink ingeklonken. Het hoogteverschil met de omliggende buurt is al twee meter. En het water blijft komen, extra aangejaagd door de klimaatverandering. Het park is een Atlantis in de maak.
Klimaatverandering is een dreiging die we doorgaans op leefbare afstand houden door er niet teveel aan te denken. In het gedicht Nachtinkt beschrijft Maria Barnas een dromerige wereld waarin het stijgende waterpeil onontkoombaar is en mensen ermee hebben leren omgaan. De bomen in het park zijn getransformeerd tot wuivend zeewier.
Hoofdpersonen zijn Adrian, Bill, Tommy en Johnny, vaste bezoekers van het park die Barnas tegenkwam tijdens een wandeling. Ze ontmoeten elkaar onder de Van Baerlestraatbrug. Daar vertellen ze over hun levens en gissen ze naar de namen van de bomen om hen heen. Dat geen van hen met zekerheid de flora weet te identificeren, zegt iets over hoe ver we van de natuur zijn afgedreven.
Barnas koos een scheef gegroeide treurwilg om haar gedicht in tweehonderdvoud in op te hangen. Het is een duistere boom, een schaduw tussen het opgetogen groen, de nachtinkt uit de titel.
Voorbijgangers kunnen het gedicht plukken. Als ze het ter plekke lezen, realiseren ze zich dat de regels en de realiteit om hen heen samenvallen. Nachtinkt is een documentair gedicht, vergelijkbaar met Barnas eerdere werk Binnenzee (2015), een wandeling in dichtvorm. Het reflecteert niet vanaf een zolderkamer, maar vindt plaats in het hier en nu. Het bemoeit zich met de werkelijkheid die het beschrijft en de werkelijkheid vult op haar beurt de tekst aan.

Maria Barnas (1973) is dichter, schrijver en beeldend kunstenaar. In haar werk zijn tekst en beeld gelijkwaardig. Ze schreef drie romans en vier essays. Haar poëziedebuut Twee zonnen (2003) werd bekroond met de C. Buddingh’-prijs. Daarna volgden nog vier bundels.

Radio Noord/Zuid (NL) -, 2021

Interventions,
Vondelpark & Schinkel area

map

Radio Noord/Zuid

Selby Gildemacher and Gijs Velsink generally operate in Amsterdam Noord [the northern reaches of the city]. This area was seen as Amsterdam’s Siberia for years, yet has spent the past 20 years playing catch-up. The metro line that opened in 2018 and plenty of construction projects have led to an influx of new inhabitants. However, for many who grew up there, the neighbourhood has become unaffordable.
To counteract the loss of social cohesion, Gildemacher and Velsink started Radio Noord. Together with senior citizens, holders of temporary refugee residence permits and young people, they broadcast from a Canta (45 km/h vehicles popular in northern Amsterdam) that has been converted into a studio.
The Canta will cross the IJ river for KadS 2021 to feel the pulse of Zuid [the south of the city], the district that is in many ways Noord’s opposite. During opening day the mobile studio will tour the works on show. The participating artists will be asked at least one serious and one flippant question. Experience has revealed that the latter often generates the most useful answers. The mini interviews will become part of an hour-long, online podcast that also features a quiz and songs. The artist radio makers work associatively and intuitively, awkwardness is embraced as interesting and it doesn’t matter if the broadcast goes off track.
The bridge over the Van Baerlestraat is an important stop in the exploration of Zuid. This is the neighbourhood’s shabbiest corner and feels familiar. It makes a good spot to ponder the city’s ‘degentrification’, a reversal of the hyper-inflated property boom taking place in Zuid. Gildemacher and Velsink’s ideal is the Concertgebouw [concert hall] which, upon its opening in 1888, was still surrounded by fields.

Radio Noord was founded in 2018 and has since worked closely with cultural centre Modestraat. The driving forces behind the former are Selby Gildemacher, who is a member of, among other things, the Stadscuratorium and artists’ collective PIEK!, and performance artist Gijs Velsink, who founded De Fictieve Partij in 2018.

----------

Radio Noord Amsterdam in Zuid

Selby Gildemacher en Gijs Velsink opereren doorgaans in Noord. Dat stadsdeel gold lange tijd als het Siberië van Amsterdam, maar is de afgelopen twintig jaar bezig met een inhaalslag. De in 2018 geopende metrolijn en een stevig aangetrokken bouw hebben gezorgd voor de influx van nieuwe bewoners. Voor veel oorspronkelijke Noorderlingen is de buurt echter onbetaalbaar geworden.
Om tegenwicht te bieden aan de verwaterde sociale samenhang begonnen Gildemacher en Velsink Radio Noord Amsterdam. Samen met onder andere senioren, statushouders en jongeren maken zij uitzendingen vanuit een tot studio omgebouwde Canta, het 45 km/uur voertuig dat in Noord grote populariteit geniet.
Voor KadS 2021 steekt de Canta het IJ over om de polsslag op te nemen van stadsdeel Zuid, in vele opzichten het tegendeel van Noord. Tijdens de openingsdag rijdt de mobiele studio langs de werken. Deelnemende kunstenaars krijgen in ieder geval één serieuze en één niet zo serieuze vraag voorgelegd, waarbij de ervaring leert dat die laatste doorgaans de meest zinnige antwoorden oplevert. De mini-interviews worden verwerkt in een uur durende, online uitgezonden podcast die ook een quiz en liederen bevat. De kunstenaar-radiomakers werken associatief en intuïtief, ongemak wordt omarmd als interessant en als de uitzending ontspoort is dat niet erg.
De brug over de Van Baerlestraat is een belangrijke halte in de verkenningstocht door Zuid. Dit is het meest rafelige randje van de buurt en voelt vertrouwd. Het is een goede plek om na te denken over ‘de-gentrificatie’ van de stad, een omdraaiing van het opwaarderingsproces dat in Zuid in overtreffende trap plaatsvindt. Het ideaalbeeld dat Gildemacher en Velsink voor ogen staat, is het Concertgebouw dat bij oplevering in 1888 nog midden in de weilanden stond.

Radio Noord werd opgericht in 2018 en werkt sindsdien nauw samen met broedplaats Modestraat. Drijvende krachten zijn Selby Gildemacher, die onder andere lid is van het Stadscuratorium en kunstenaarscollectief PIEK!, en performancekunstenaar Gijs Velsink, die in 2018 De Fictieve Partij oprichtte.

Radio Noord/Zuid (NL) -, 2021

Interventions,
Vondelpark & Schinkel area

map

Radio Noord/Zuid

Selby Gildemacher and Gijs Velsink generally operate in Amsterdam Noord [the northern reaches of the city]. This area was seen as Amsterdam’s Siberia for years, yet has spent the past 20 years playing catch-up. The metro line that opened in 2018 and plenty of construction projects have led to an influx of new inhabitants. However, for many who grew up there, the neighbourhood has become unaffordable.
To counteract the loss of social cohesion, Gildemacher and Velsink started Radio Noord. Together with senior citizens, holders of temporary refugee residence permits and young people, they broadcast from a Canta (45 km/h vehicles popular in northern Amsterdam) that has been converted into a studio.
The Canta will cross the IJ river for KadS 2021 to feel the pulse of Zuid [the south of the city], the district that is in many ways Noord’s opposite. During opening day the mobile studio will tour the works on show. The participating artists will be asked at least one serious and one flippant question. Experience has revealed that the latter often generates the most useful answers. The mini interviews will become part of an hour-long, online podcast that also features a quiz and songs. The artist radio makers work associatively and intuitively, awkwardness is embraced as interesting and it doesn’t matter if the broadcast goes off track.
The bridge over the Van Baerlestraat is an important stop in the exploration of Zuid. This is the neighbourhood’s shabbiest corner and feels familiar. It makes a good spot to ponder the city’s ‘degentrification’, a reversal of the hyper-inflated property boom taking place in Zuid. Gildemacher and Velsink’s ideal is the Concertgebouw [concert hall] which, upon its opening in 1888, was still surrounded by fields.

Radio Noord was founded in 2018 and has since worked closely with cultural centre Modestraat. The driving forces behind the former are Selby Gildemacher, who is a member of, among other things, the Stadscuratorium and artists’ collective PIEK!, and performance artist Gijs Velsink, who founded De Fictieve Partij in 2018.

----------

Radio Noord Amsterdam in Zuid

Selby Gildemacher en Gijs Velsink opereren doorgaans in Noord. Dat stadsdeel gold lange tijd als het Siberië van Amsterdam, maar is de afgelopen twintig jaar bezig met een inhaalslag. De in 2018 geopende metrolijn en een stevig aangetrokken bouw hebben gezorgd voor de influx van nieuwe bewoners. Voor veel oorspronkelijke Noorderlingen is de buurt echter onbetaalbaar geworden.
Om tegenwicht te bieden aan de verwaterde sociale samenhang begonnen Gildemacher en Velsink Radio Noord Amsterdam. Samen met onder andere senioren, statushouders en jongeren maken zij uitzendingen vanuit een tot studio omgebouwde Canta, het 45 km/uur voertuig dat in Noord grote populariteit geniet.
Voor KadS 2021 steekt de Canta het IJ over om de polsslag op te nemen van stadsdeel Zuid, in vele opzichten het tegendeel van Noord. Tijdens de openingsdag rijdt de mobiele studio langs de werken. Deelnemende kunstenaars krijgen in ieder geval één serieuze en één niet zo serieuze vraag voorgelegd, waarbij de ervaring leert dat die laatste doorgaans de meest zinnige antwoorden oplevert. De mini-interviews worden verwerkt in een uur durende, online uitgezonden podcast die ook een quiz en liederen bevat. De kunstenaar-radiomakers werken associatief en intuïtief, ongemak wordt omarmd als interessant en als de uitzending ontspoort is dat niet erg.
De brug over de Van Baerlestraat is een belangrijke halte in de verkenningstocht door Zuid. Dit is het meest rafelige randje van de buurt en voelt vertrouwd. Het is een goede plek om na te denken over ‘de-gentrificatie’ van de stad, een omdraaiing van het opwaarderingsproces dat in Zuid in overtreffende trap plaatsvindt. Het ideaalbeeld dat Gildemacher en Velsink voor ogen staat, is het Concertgebouw dat bij oplevering in 1888 nog midden in de weilanden stond.

Radio Noord werd opgericht in 2018 en werkt sindsdien nauw samen met broedplaats Modestraat. Drijvende krachten zijn Selby Gildemacher, die onder andere lid is van het Stadscuratorium en kunstenaarscollectief PIEK!, en performancekunstenaar Gijs Velsink, die in 2018 De Fictieve Partij oprichtte.

Studio Ossidiana (IT) THE BIRDS’ PALACE, 2021

Installation,

map

Due to construction delay, the installation will be placed on August 24th.

The Birds Palace

Genetically speaking, the differences between people and birds are enormous, yet the two share a long cultural history. Various
classical composers were inspired by birdsong – take Mozart’s starling-copied Musikalischer Spass for instance. In Old Master
paintings, caged birds often inform us about the fate of the woman portrayed. And in the Bible birds often symbolise change.

Studio Ossidiana’s The Birds’ Palace is intended to provide another twist to the human-bird relationship. It consists of an artificial island featuring a multifarious collection of perches. At bird-scale they create an entire city of tower blocks. For humans passing by, the island is a visible addition to public space that cannot be physically accessed.

The installation also incorporates feeding trays with seeds from a variety of plant species. The birds spill seeds or evacuate them after digestion, thereby acting as their town’s unintentional gardeners. Inside a few weeks, the island will transform into a pleasure garden. The new vegetation will also attract pioneering inhabitants like insects, who – in turn – will be followed by frogs and other animals who feed on them.

The Birds’ Palace is typical of Studio Ossidiana’s work situated as it is at the intersection of architecture, design, art and landscape architecture. It reflects on the changing urban environment and playfully strives for inclusion.
The Birds’ Palace provides a haven for non-human lifeforms and reminds us that we not only co-exist with our own species, but also with animals, plants and the earth itself.

Studio Ossidiana was founded in 2015 by Prix de Rome winner Alessandra Covini (1988) and Fulbright fellow Giovanni Bellotti
(1987). The studio works with an international team of architects, designers and researchers, and has completed projects in
the Netherlands, Italy, Sweden, Turkey and the USA.

-------

Door vertraging van de bouw wordt de installatie op 24 augustus geplaatst.

The Birds Palace

In genetisch opzicht zijn de verschillen tussen mensen en vogels groot, maar we delen wel een lange culturele geschiedenis.
Zo lieten verschillende klassieke componisten zich inspireren door vogelgezang - Mozarts van spreeuwen afgeluisterde Musikalischer Spass bijvoorbeeld. In de schilderijen van Oude Meesters zegt een gekooide vogels vaak iets over het lot van een geportretteerde
vrouw. En in de Bijbel staan vogels symbool voor verandering.

Studio Ossidiana wil met The Birds’ Palace de relatie tussen mensen en vogels een nieuwe draai geven. Het is een kunstmatig eiland met daarop een veelvormige verzameling zitstokken. Op vogelschaal vormen ze een complete stad met woontorens. Voor menselijke passanten is het eiland een toevoeging aan de openbare ruimte die zichtbaar maar niet fysiek te betreden is.

De installatie bevat ook voederbakjes met zaden van verschillende plantensoorten. Door ze morsen en met hun poep te bemesten treden de vogels op als de onbewuste tuiniers van hun eigen stad. Het eiland verandert binnen een paar weken in een kleine lusthof. De nieuwe begroeiing trekt ook nieuwe bewoners aan, insecten die op hun beurt gevolgd worden door kikkers en andere beesten die zich weer met hen voeden.

The Birds’ Palace is typerend voor het werk van Studio Ossidiana, dat zich beweegt tussen architectuur, design, kunst en landschapsontwerp.
Het reflecteert op de veranderende stedelijke omgeving en streeft op speelse wijze naar inclusie. The Birds’ Palace is een vrijplaats voor niet-menselijke levensvormen en herinnert ons eraan dat we niet alleen met elkaar samenleven, maar ook met dieren, planten en de aarde.

Studio Ossidiana is in 2015 opgericht door Prix de Rome-winnaar Alessandra Covini (1988) en Fulbright fellow Giovanni Bellotti (1987).
Het bureau werkt met een internationaal team van architecten, designers en onderzoekers, en heeft projecten in Nederland, Italië, Zweden, Turkije en de VS.

Studio Ossidiana (IT) THE BIRDS’ PALACE, 2021

Installation,

map

Due to construction delay, the installation will be placed on August 24th.

The Birds Palace

Genetically speaking, the differences between people and birds are enormous, yet the two share a long cultural history. Various
classical composers were inspired by birdsong – take Mozart’s starling-copied Musikalischer Spass for instance. In Old Master
paintings, caged birds often inform us about the fate of the woman portrayed. And in the Bible birds often symbolise change.

Studio Ossidiana’s The Birds’ Palace is intended to provide another twist to the human-bird relationship. It consists of an artificial island featuring a multifarious collection of perches. At bird-scale they create an entire city of tower blocks. For humans passing by, the island is a visible addition to public space that cannot be physically accessed.

The installation also incorporates feeding trays with seeds from a variety of plant species. The birds spill seeds or evacuate them after digestion, thereby acting as their town’s unintentional gardeners. Inside a few weeks, the island will transform into a pleasure garden. The new vegetation will also attract pioneering inhabitants like insects, who – in turn – will be followed by frogs and other animals who feed on them.

The Birds’ Palace is typical of Studio Ossidiana’s work situated as it is at the intersection of architecture, design, art and landscape architecture. It reflects on the changing urban environment and playfully strives for inclusion.
The Birds’ Palace provides a haven for non-human lifeforms and reminds us that we not only co-exist with our own species, but also with animals, plants and the earth itself.

Studio Ossidiana was founded in 2015 by Prix de Rome winner Alessandra Covini (1988) and Fulbright fellow Giovanni Bellotti
(1987). The studio works with an international team of architects, designers and researchers, and has completed projects in
the Netherlands, Italy, Sweden, Turkey and the USA.

-------

Door vertraging van de bouw wordt de installatie op 24 augustus geplaatst.

The Birds Palace

In genetisch opzicht zijn de verschillen tussen mensen en vogels groot, maar we delen wel een lange culturele geschiedenis.
Zo lieten verschillende klassieke componisten zich inspireren door vogelgezang - Mozarts van spreeuwen afgeluisterde Musikalischer Spass bijvoorbeeld. In de schilderijen van Oude Meesters zegt een gekooide vogels vaak iets over het lot van een geportretteerde
vrouw. En in de Bijbel staan vogels symbool voor verandering.

Studio Ossidiana wil met The Birds’ Palace de relatie tussen mensen en vogels een nieuwe draai geven. Het is een kunstmatig eiland met daarop een veelvormige verzameling zitstokken. Op vogelschaal vormen ze een complete stad met woontorens. Voor menselijke passanten is het eiland een toevoeging aan de openbare ruimte die zichtbaar maar niet fysiek te betreden is.

De installatie bevat ook voederbakjes met zaden van verschillende plantensoorten. Door ze morsen en met hun poep te bemesten treden de vogels op als de onbewuste tuiniers van hun eigen stad. Het eiland verandert binnen een paar weken in een kleine lusthof. De nieuwe begroeiing trekt ook nieuwe bewoners aan, insecten die op hun beurt gevolgd worden door kikkers en andere beesten die zich weer met hen voeden.

The Birds’ Palace is typerend voor het werk van Studio Ossidiana, dat zich beweegt tussen architectuur, design, kunst en landschapsontwerp.
Het reflecteert op de veranderende stedelijke omgeving en streeft op speelse wijze naar inclusie. The Birds’ Palace is een vrijplaats voor niet-menselijke levensvormen en herinnert ons eraan dat we niet alleen met elkaar samenleven, maar ook met dieren, planten en de aarde.

Studio Ossidiana is in 2015 opgericht door Prix de Rome-winnaar Alessandra Covini (1988) en Fulbright fellow Giovanni Bellotti (1987).
Het bureau werkt met een internationaal team van architecten, designers en onderzoekers, en heeft projecten in Nederland, Italië, Zweden, Turkije en de VS.

Studio Ossidiana (IT) THE BIRDS’ PALACE, 2021

Installation,

map

Due to construction delay, the installation will be placed on August 24th.

The Birds Palace

Genetically speaking, the differences between people and birds are enormous, yet the two share a long cultural history. Various
classical composers were inspired by birdsong – take Mozart’s starling-copied Musikalischer Spass for instance. In Old Master
paintings, caged birds often inform us about the fate of the woman portrayed. And in the Bible birds often symbolise change.

Studio Ossidiana’s The Birds’ Palace is intended to provide another twist to the human-bird relationship. It consists of an artificial island featuring a multifarious collection of perches. At bird-scale they create an entire city of tower blocks. For humans passing by, the island is a visible addition to public space that cannot be physically accessed.

The installation also incorporates feeding trays with seeds from a variety of plant species. The birds spill seeds or evacuate them after digestion, thereby acting as their town’s unintentional gardeners. Inside a few weeks, the island will transform into a pleasure garden. The new vegetation will also attract pioneering inhabitants like insects, who – in turn – will be followed by frogs and other animals who feed on them.

The Birds’ Palace is typical of Studio Ossidiana’s work situated as it is at the intersection of architecture, design, art and landscape architecture. It reflects on the changing urban environment and playfully strives for inclusion.
The Birds’ Palace provides a haven for non-human lifeforms and reminds us that we not only co-exist with our own species, but also with animals, plants and the earth itself.

Studio Ossidiana was founded in 2015 by Prix de Rome winner Alessandra Covini (1988) and Fulbright fellow Giovanni Bellotti
(1987). The studio works with an international team of architects, designers and researchers, and has completed projects in
the Netherlands, Italy, Sweden, Turkey and the USA.

-------

Door vertraging van de bouw wordt de installatie op 24 augustus geplaatst.

The Birds Palace

In genetisch opzicht zijn de verschillen tussen mensen en vogels groot, maar we delen wel een lange culturele geschiedenis.
Zo lieten verschillende klassieke componisten zich inspireren door vogelgezang - Mozarts van spreeuwen afgeluisterde Musikalischer Spass bijvoorbeeld. In de schilderijen van Oude Meesters zegt een gekooide vogels vaak iets over het lot van een geportretteerde
vrouw. En in de Bijbel staan vogels symbool voor verandering.

Studio Ossidiana wil met The Birds’ Palace de relatie tussen mensen en vogels een nieuwe draai geven. Het is een kunstmatig eiland met daarop een veelvormige verzameling zitstokken. Op vogelschaal vormen ze een complete stad met woontorens. Voor menselijke passanten is het eiland een toevoeging aan de openbare ruimte die zichtbaar maar niet fysiek te betreden is.

De installatie bevat ook voederbakjes met zaden van verschillende plantensoorten. Door ze morsen en met hun poep te bemesten treden de vogels op als de onbewuste tuiniers van hun eigen stad. Het eiland verandert binnen een paar weken in een kleine lusthof. De nieuwe begroeiing trekt ook nieuwe bewoners aan, insecten die op hun beurt gevolgd worden door kikkers en andere beesten die zich weer met hen voeden.

The Birds’ Palace is typerend voor het werk van Studio Ossidiana, dat zich beweegt tussen architectuur, design, kunst en landschapsontwerp.
Het reflecteert op de veranderende stedelijke omgeving en streeft op speelse wijze naar inclusie. The Birds’ Palace is een vrijplaats voor niet-menselijke levensvormen en herinnert ons eraan dat we niet alleen met elkaar samenleven, maar ook met dieren, planten en de aarde.

Studio Ossidiana is in 2015 opgericht door Prix de Rome-winnaar Alessandra Covini (1988) en Fulbright fellow Giovanni Bellotti (1987).
Het bureau werkt met een internationaal team van architecten, designers en onderzoekers, en heeft projecten in Nederland, Italië, Zweden, Turkije en de VS.

Tibor Dieters (NL) VIRAL, 2021

Video-installation,
Sloterkade 171

map

(((VIRAL

Politicisation and radicalisation predominantly happen online — in isolating spaces, consisting of increasingly younger content creators and consumers. The future of political discourse is formed in these groups, which makes the question of who controls its discursive visual language all the more urgent.

Tibor Dieters has been researching online radicalisation and the accompanying visuals for a few years. For (((VIRAL, he has collected thousands of – primarily alt-right – images from social media including Discord, Instagram, Parler, Reddit and Twitter. These particular images and memes tend to be racist, homophobic or misogynist, calling for violence and revolt, and create a portrait of right-wing activity leading up to the 6th of January Capitol Hill insurrection.
Dieters fed his collection of hate material into a machine learning algorithm he developed in conjunction with multi-media artist Vasco Guedes. The algorithm analyses the images for colour and composition then creates new abstract shapes.
The flow of mutated images is unrecognisable, yet unmistakeable. Texts have deformed into hieroglyphics: illegible, yet with an emphatic power no eye can deny. Human figures become whirlpools of faces and appendages in which one can regularly recognise the blond hairpiece of a certain former president.

The hypnotic installation shows how much fascist propaganda relies on aesthetics to toy with people’s emotions. It is a strong visual language that has a powerful effect right under our noses, yet is largely off society’s radar.

Tibor Dieters (1996) studied photography at the Koninklijke Academie van Beeldende Kunst [Royal Academy of Art] in The Hague. The use of unpredictable logistics systems such as algorithms is a standard part of his work. Dieters’ work has been shown at the Paris Photo Fair and the Unseen Photo Fair.

--------

(((VIRAL

Politisering en radicalisering vinden voornamelijk online plaats — in geïsoleerde ruimtes, bestaande uit steeds jongere content-makers en consumenten. De toekomst van het politieke discours wordt gevormd in deze groepen, wat de vraag wie deze discursieve beeldtaal controleert des te urgenter maakt.

Tibor Dieters doet al enkele jaren onderzoek naar online radicalisering en de daarbij behorende beeldtaal. Voor (((VIRAL, heeft hij duizenden — voornamelijk alt-right — afbeeldingen verzameld van verscheidene sociale media, waaronder Discord, Instagram, Parler, Reddit en Twitter. Deze specifieke afbeeldingen en memes zijn vaak racistisch, homofoob of vrouwonvriendelijk, roepen op tot geweld en opstand, en creëeren een portret van de activiteiten in de aanloop tot de aanslag op Capitol Hill op 6 januari. Dieters voerde zijn verzameling haat-materiaal aan een machine learning-algoritme dat hij ontwikkelde in samenwerking met multi-mediakunstenaar Vasco Guedes. De stroom gemuteerd beeldmateriaal is onherkenbaar, maar onmiskenbaar. Teksten in witte blokletters zijn vervormd tot een soort hiërogliefen: onleesbaar maar met een nadrukkelijke kracht die geen oog kan weerstaan. Mensfiguren vorvormen tot een draaikolk van gezichten en ledematen waar regelmatig de blonde haardos van een bepaalde ex-president in te herkennen valt.

De hypnotiserende installatie laat zien hoezeer fascistoïde (online) propaganda afhankelijk is van esthetiek om te spelen met de emoties van mensen. Het is een beeldtaal die een krachtig effect heeft recht onder onze neus, maar toch grotendeels buiten de radar van de samenleving ligt.

Tibor Dieters (1996) studeerde fotografie aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunst in Den Haag. Het gebruik van onvoorspelbare logistieke systemen als algoritmen is een constante in zijn werk. Dieters werk is getoond op Paris Photo en Unseen Photo Fair.

Tibor Dieters (NL) VIRAL, 2021

Video-installation,
Sloterkade 171

map

(((VIRAL

Politicisation and radicalisation predominantly happen online — in isolating spaces, consisting of increasingly younger content creators and consumers. The future of political discourse is formed in these groups, which makes the question of who controls its discursive visual language all the more urgent.

Tibor Dieters has been researching online radicalisation and the accompanying visuals for a few years. For (((VIRAL, he has collected thousands of – primarily alt-right – images from social media including Discord, Instagram, Parler, Reddit and Twitter. These particular images and memes tend to be racist, homophobic or misogynist, calling for violence and revolt, and create a portrait of right-wing activity leading up to the 6th of January Capitol Hill insurrection.
Dieters fed his collection of hate material into a machine learning algorithm he developed in conjunction with multi-media artist Vasco Guedes. The algorithm analyses the images for colour and composition then creates new abstract shapes.
The flow of mutated images is unrecognisable, yet unmistakeable. Texts have deformed into hieroglyphics: illegible, yet with an emphatic power no eye can deny. Human figures become whirlpools of faces and appendages in which one can regularly recognise the blond hairpiece of a certain former president.

The hypnotic installation shows how much fascist propaganda relies on aesthetics to toy with people’s emotions. It is a strong visual language that has a powerful effect right under our noses, yet is largely off society’s radar.

Tibor Dieters (1996) studied photography at the Koninklijke Academie van Beeldende Kunst [Royal Academy of Art] in The Hague. The use of unpredictable logistics systems such as algorithms is a standard part of his work. Dieters’ work has been shown at the Paris Photo Fair and the Unseen Photo Fair.

--------

(((VIRAL

Politisering en radicalisering vinden voornamelijk online plaats — in geïsoleerde ruimtes, bestaande uit steeds jongere content-makers en consumenten. De toekomst van het politieke discours wordt gevormd in deze groepen, wat de vraag wie deze discursieve beeldtaal controleert des te urgenter maakt.

Tibor Dieters doet al enkele jaren onderzoek naar online radicalisering en de daarbij behorende beeldtaal. Voor (((VIRAL, heeft hij duizenden — voornamelijk alt-right — afbeeldingen verzameld van verscheidene sociale media, waaronder Discord, Instagram, Parler, Reddit en Twitter. Deze specifieke afbeeldingen en memes zijn vaak racistisch, homofoob of vrouwonvriendelijk, roepen op tot geweld en opstand, en creëeren een portret van de activiteiten in de aanloop tot de aanslag op Capitol Hill op 6 januari. Dieters voerde zijn verzameling haat-materiaal aan een machine learning-algoritme dat hij ontwikkelde in samenwerking met multi-mediakunstenaar Vasco Guedes. De stroom gemuteerd beeldmateriaal is onherkenbaar, maar onmiskenbaar. Teksten in witte blokletters zijn vervormd tot een soort hiërogliefen: onleesbaar maar met een nadrukkelijke kracht die geen oog kan weerstaan. Mensfiguren vorvormen tot een draaikolk van gezichten en ledematen waar regelmatig de blonde haardos van een bepaalde ex-president in te herkennen valt.

De hypnotiserende installatie laat zien hoezeer fascistoïde (online) propaganda afhankelijk is van esthetiek om te spelen met de emoties van mensen. Het is een beeldtaal die een krachtig effect heeft recht onder onze neus, maar toch grotendeels buiten de radar van de samenleving ligt.

Tibor Dieters (1996) studeerde fotografie aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunst in Den Haag. Het gebruik van onvoorspelbare logistieke systemen als algoritmen is een constante in zijn werk. Dieters werk is getoond op Paris Photo en Unseen Photo Fair.

Zoro Feigl (NL) PHOSPHENES, 2021

Installation,
Zeilbrug

map

Open by appointment: artfoundation@soledad.nl
Thursday-Friday 16.00
Saturday-Sunday 18.00

PHOSPHENES

Phosphenes are the small flecks of colour on your retina that remain after looking at a light source. They are comparable to the stars you see if you get up too fast. Small comets shoot around the periphery of your vision, like a private fireworks display in your skull. In Phospenes Zoro Feigl removes this sensation from your head and projects it on the ceiling. The lights dance through space like a swarm of bees, starlings or better yet: fireflies.
Just like all Feigl’s work, Phosphenes is about movement and the image resulting from the latter. His oeuvre comprises a giant poppy that rotates open, hoops that jump through one another and a robotic arm that creates calligraphy in the air with a gymnastics ribbon. These sculptures are four dimensional, spatial shapes that change over time. They are mechanical lifeforms basically.
Phosphenes is perhaps Feigl’s most ephemeral work thus far. In the past the emphasis was on the machine or installation that moved, but now everything centres on the effect of that movement: the lights on the ceiling. It is as if part of the image has an out-of-image experience, thereby becoming partially immortal. The tactile nature of Feigl’s earlier works is still extant, yet there is nothing to truly hold. The somewhat abrupt, almost aggressive motion of the early works has, moreover, made way for a sense of organic cohesion and poetry.
The dots of light attract and repel one another to rearrange themselves into new constellations. It is unclear who or what determines their direction and speed, but the swarm looks controlled. It is a superhuman choreography based on inscrutable logic.

Kinetic artist Zoro Feigl (1983) studied at art schools in Utrecht, Amsterdam and Ghent. His work has been exhibited internationally as well as at various Dutch museums. In 2013 he was nominated for the Volkskrant Beeldende Kunst Prijs [art prize sponsored by a Dutch broadsheet]. Five years later, he won the Witteveen+Bos Kunst+Techniek-Prijs [Witteveen+Bos art+technology prize].

-------

Phosphenes

Fosfenen zijn nawerkingsvlekken op het netvlies nadat je in een lichtbron hebt gekeken. Ze zijn vergelijkbaar met de sterretjes die je ziet als je te snel opstaat. Kleine kometen schieten door de periferie van je gezichtsveld, als een privé vuurwerkshow in je eigen hersenpan. In Phospenes trekt Zoro Feigl die sensatie uit het hoofd en plaatst hem op het plafond. De lichtjes dansen door de ruimte als een zwerm bijen, spreeuwen of beter nog: vuurvliegjes.
Zoals al Feigls werk gaat Phosphes over beweging en het beeld dat ontstaat door beweging. Zijn oeuvre omvat een reusachtige papaverbloem die zich al roterend opent, hoepels die door elkaar heen springen en een robotarm die met een gymnastieklint luchtkalligrafie schrijft. Het zijn vierdimensionale sculpturen, ruimtelijke vormen die door de tijd heen veranderen. Het zijn levensvormen gevat in mechanica.
Phosphenes is misschien wel Feigls meest efemere werk tot nu toe. Voorheen lag de nadruk op de machine of installatie die beweegt, maar staat het effect van die beweging centraal: de lichtjes op het plafond. Het is alsof het beeld deels buiten zichzelf treedt en voor een deel onstoffelijk wordt. Het tactiele gevoel van Feigls vroegere werken is er nog steeds, maar er is niet echt iets om vast te pakken. De ietwat abrupte, bijna agressieve bewegingen van de vroege werken hebben bovendien plaatsgemaakt voor een gevoel van organische vanzelfsprekendheid en poëzie.
De lichtpuntjes trekken elkaar aan en stoten elkaar af om samen te komen in steeds weer nieuwe constellaties. Het is onduidelijk wie of wat hun richting en snelheid controleert, maar deze zwerm voelt wel gedirigeerd aan. Het is een bovenmenselijke choreografie met een ondoorgrondelijke logica.

Kinetisch kunstenaar Zoro Feigl (1983) studeerde aan de kunstacademies van Utrecht, Amsterdam en Gent. Zijn werk is internationaal getoond en in diverse Nederlandse musea. In 2013 werd hij genomineerd voor de Volkskrant Beeldende Kunst Prijs. Vijf jaar later won hij de Witteveen+Bos Kunst+Techniek-Prijs.

Zoro Feigl (NL) PHOSPHENES, 2021

Installation,
Zeilbrug

map

Open by appointment: artfoundation@soledad.nl
Thursday-Friday 16.00
Saturday-Sunday 18.00

PHOSPHENES

Phosphenes are the small flecks of colour on your retina that remain after looking at a light source. They are comparable to the stars you see if you get up too fast. Small comets shoot around the periphery of your vision, like a private fireworks display in your skull. In Phospenes Zoro Feigl removes this sensation from your head and projects it on the ceiling. The lights dance through space like a swarm of bees, starlings or better yet: fireflies.
Just like all Feigl’s work, Phosphenes is about movement and the image resulting from the latter. His oeuvre comprises a giant poppy that rotates open, hoops that jump through one another and a robotic arm that creates calligraphy in the air with a gymnastics ribbon. These sculptures are four dimensional, spatial shapes that change over time. They are mechanical lifeforms basically.
Phosphenes is perhaps Feigl’s most ephemeral work thus far. In the past the emphasis was on the machine or installation that moved, but now everything centres on the effect of that movement: the lights on the ceiling. It is as if part of the image has an out-of-image experience, thereby becoming partially immortal. The tactile nature of Feigl’s earlier works is still extant, yet there is nothing to truly hold. The somewhat abrupt, almost aggressive motion of the early works has, moreover, made way for a sense of organic cohesion and poetry.
The dots of light attract and repel one another to rearrange themselves into new constellations. It is unclear who or what determines their direction and speed, but the swarm looks controlled. It is a superhuman choreography based on inscrutable logic.

Kinetic artist Zoro Feigl (1983) studied at art schools in Utrecht, Amsterdam and Ghent. His work has been exhibited internationally as well as at various Dutch museums. In 2013 he was nominated for the Volkskrant Beeldende Kunst Prijs [art prize sponsored by a Dutch broadsheet]. Five years later, he won the Witteveen+Bos Kunst+Techniek-Prijs [Witteveen+Bos art+technology prize].

-------

Phosphenes

Fosfenen zijn nawerkingsvlekken op het netvlies nadat je in een lichtbron hebt gekeken. Ze zijn vergelijkbaar met de sterretjes die je ziet als je te snel opstaat. Kleine kometen schieten door de periferie van je gezichtsveld, als een privé vuurwerkshow in je eigen hersenpan. In Phospenes trekt Zoro Feigl die sensatie uit het hoofd en plaatst hem op het plafond. De lichtjes dansen door de ruimte als een zwerm bijen, spreeuwen of beter nog: vuurvliegjes.
Zoals al Feigls werk gaat Phosphes over beweging en het beeld dat ontstaat door beweging. Zijn oeuvre omvat een reusachtige papaverbloem die zich al roterend opent, hoepels die door elkaar heen springen en een robotarm die met een gymnastieklint luchtkalligrafie schrijft. Het zijn vierdimensionale sculpturen, ruimtelijke vormen die door de tijd heen veranderen. Het zijn levensvormen gevat in mechanica.
Phosphenes is misschien wel Feigls meest efemere werk tot nu toe. Voorheen lag de nadruk op de machine of installatie die beweegt, maar staat het effect van die beweging centraal: de lichtjes op het plafond. Het is alsof het beeld deels buiten zichzelf treedt en voor een deel onstoffelijk wordt. Het tactiele gevoel van Feigls vroegere werken is er nog steeds, maar er is niet echt iets om vast te pakken. De ietwat abrupte, bijna agressieve bewegingen van de vroege werken hebben bovendien plaatsgemaakt voor een gevoel van organische vanzelfsprekendheid en poëzie.
De lichtpuntjes trekken elkaar aan en stoten elkaar af om samen te komen in steeds weer nieuwe constellaties. Het is onduidelijk wie of wat hun richting en snelheid controleert, maar deze zwerm voelt wel gedirigeerd aan. Het is een bovenmenselijke choreografie met een ondoorgrondelijke logica.

Kinetisch kunstenaar Zoro Feigl (1983) studeerde aan de kunstacademies van Utrecht, Amsterdam en Gent. Zijn werk is internationaal getoond en in diverse Nederlandse musea. In 2013 werd hij genomineerd voor de Volkskrant Beeldende Kunst Prijs. Vijf jaar later won hij de Witteveen+Bos Kunst+Techniek-Prijs.